Voor het langs elektronische weg leveren van digitale educatieve informatie geldt het 9% btw-tarief. Aan de Belastingdienst werd de vraag gesteld of daarmee elke toegang tot een online leeromgeving mogelijk is tegen 9% btw.

Typen

De Belastingdienst beantwoordde die vraag ontkennend en schetst drie situaties van een online leeromgeving, waarbij in twee situaties 21% btw berekend moet worden en slechts in één situatie het 9% btw-tarief geldt.

Online modules gericht op een beroep

X biedt in een online leeromgeving modules aan gericht op een beroep. De modules bestaan onder meer uit video’s, interactief oefenmateriaal en toetsen en vormen bij elkaar een volledige opleiding tot een beroep. De modules van X zijn ook opgenomen in lesprogramma’s van een aantal hogescholen en ROC’s.

De Belastingdienst is van mening dat het 9% btw-tarief hier niet toegepast kan worden. Dit tarief kan alleen worden toegepast als sprake is van digitale educatieve informatie die kennelijk uitsluitend of nagenoeg uitsluitend bestemd zijn voor informatieoverdracht in het onderwijs. De uitgever moet aannemelijk maken dat het product (nagenoeg) uitsluitend ontwikkeld is met het oog op opname in lespakketten van onderwijsinstellingen. De Belastingdienst is van mening dat dit niet aannemelijk is, omdat sprake is van een (nagenoeg) compleet op zichzelf staande interactieve cursus of opleiding, inclusief afsluitende toetsen. Naar het oordeel van de Belastingdienst is daarom het 21% btw-tarief van toepassing.

Online modules gericht op persoonlijke ontwikkeling

Y biedt in een online leeromgeving modules aan die met name zien op persoonlijke ontwikkeling van werknemers van bedrijven en instellingen. Voor ongeveer 1/3e worden de modules afgenomen door onderwijsinstellingen. De overige 2/3e wordt afgenomen door bedrijven en (overheids)instellingen.

Hoewel de Belastingdienst oordeelt de modules van Y kwalificeren als digitale informatie, kan ook Y het 9% btw-tarief niet toepassen. Y biedt de modules namelijk niet specifiek aan onderwijsinstellingen aan. Dat Y zelf een onderwijsinstelling is, redt Y niet. Het gaat namelijk om de vraag of de modules (nagenoeg) uitsluitend ontwikkeld zijn met het oog op opname in lespakketten van andere onderwijsinstellingen. Naar het oordeel van de Belastingdienst is daarom het 9% btw-tarief van toepassing.

Online modules gericht op basis- en middelbare scholieren

Z biedt in een online leeromgeving modules aan die gericht zijn op basis- en middelbare scholieren. De modules worden nagenoeg uitsluitend afgenomen door basis- en middelbare scholen, die de modules opnemen in het lesprogramma.

Z kan, naar het oordeel van de Belastingdienst, wel het 9% btw-tarief toepassen. De modules van Z kwalificeren als digitale informatie die (nagenoeg) uitsluitend ontwikkeld zijn met het oog op opname in lespakketten van onderwijsinstellingen.

Let op! Biedt u modules aan in een online leeromgeving, dan kan alleen onder strikte voorwaarden dus het 9% btw-tarief van toepassing zijn.

Om bijvoorbeeld files te vermijden maken werknemers voor het woon-werkverkeer soms gebruik van een motor. Wat komt er dan voor rekening van u als werkgever en wat voor uw werknemer?

Euro

Geen vergelijk met auto

De Belastingdienst stelt het volgende bij een motor van de zaak vast. Voor het ter beschikking stellen van een auto of bestelauto bestaat de bekende bijtelling voor het privégebruik dat van de auto gemaakt kan worden. Voor een motor geldt een dergelijke bijtelling niet. 

Zakelijke kilometers

Alle kilometers die niet als zakelijk kunnen worden verantwoord, kunnen worden aangemerkt als privé. Wel zakelijk zijn bijvoorbeeld kilometers voor woon- werkverkeer, bezoek aan relaties en het halen en brengen van spullen voor de zaak. 

Tip! Zorg dat de zakelijke kilometers goed worden bijgehouden om te voorkomen dat de werknemer een te hoog bedrag aan voordeel belast krijgt.

Eigen bijdrage

Rekent u een eigen bijdrage? Dan mag u deze bijdrage in mindering brengen op het bedrag dat als voordeel in aanmerking moet worden genomen. Let op, het eindsaldo kan niet negatief worden.

Privégebruik

Voor het berekenen van het voordeel van privégebruik van een terbeschikkinggestelde motor moet u uitgaan van het werkelijke voordeel. Dit is het aantal privékilometers dat met de motor gemaakt wordt, vermenigvuldigd met de kilometerkostprijs van de motor. Dit bedrag moet u als loon doorberekenen aan de werknemer. U kunt dit loon ook aanwijzen als eindheffingsloon, mits er aan de gebruikelijkheidstoets is voldaan. 

Werkkostenregeling

Het privévoordeel van een ter beschikking gestelde motor mag u ook onderbrengen in de werkkostenregeling (WKR), mits voldaan wordt aan de daarvoor geldende voorwaarden. 

Tip! Bij een waarde van € 2.400 per jaar aan loon in de vrije ruimte voor een werknemer mag u hier, binnen redelijkheid, van uitgaan.

Soms ander vervoermiddel?

Als met een ter beschikking gesteld voertuig wordt gereisd, dus ook met een motor, mag u hiervoor geen kilometervergoeding meer betalen. Dit mag wel als met een ander privévoertuig wordt gereisd. Als op een regenachtige dag de werknemer dus besluit met de eigen auto naar het werk te reizen, mag u hiervoor een vergoeding betalen van € 0,23 per kilometer. Dit moet wel aannemelijk gemaakt kunnen worden.

De coalitie – PVV, VVD, NSC en BBB – bereikte woensdag 16 april jl. een akkoord over de Voorjaarsnota. Het akkoord wordt donderdag 16 april 2025 in de ministerraad besproken en waarschijnlijk vrijdag 17 april aan de Raad van State en de Tweede Kamer aangeboden. Wat is er nu al bekend?

Binnenhof

De Voorjaarsnota is nog niet gepubliceerd, maar op basis van uitingen in diverse media door de coalitiepartijen zelf is al een overzicht samen te stellen van een aantal verschillende maatregelen die hierin opgenomen zouden zijn.

Btw en accijns

Zo is de voorgenomen btw-verhoging voor cultuur, sport en media, die aanvankelijk per 1 januari 2026 in zou moeten gaan, definitief van de baan. De BBB meldt verder dat een geopperde btw-verhoging op zuivel en sojadranken niet doorgaat. Ook de geplande accijnsverhoging op alcohol is geschrapt.

Huren en energiebelasting

De sociale huren gaan in 2025 en 2026 niet omhoog. De VVD meldt dat ook de Wet betaalbare huur wordt versoepeld. Meerdere coalitiepartijen geven verder aan dat de huurtoeslag verhoogd wordt. De BBB meldt hierbij dat hierdoor extra geld beschikbaar komt voor boodschappen. Ook komt er € 200 miljoen beschikbaar voor de verlaging van de energiebelasting.

Lonen, WW, kinderopvang en arbeidsongeschiktheid

Het wettelijk minimumjeugdloon gaat omhoog. De BBB meldt ook nog dat de belastingvrije jubileumuitkering, die werknemers kunnen krijgen als ze 25 of 40 jaar in dienst zijn, niet wordt afgeschaft. Het lijkt er ook op dat de al in het hoofdlijnenakkoord aangekondigde kortere WW-duur in de voorjaarsnota wordt opgenomen. Hierdoor wordt de duur van een WW-uitkering verkort van maximaal 24 maanden naar maximaal 18 maanden. Verder gaan de voorgenomen bezuinigingen op de kinderopvang, waardoor de eigen bijdrage voor ouders omhoog zou gaan, niet door.

De Arbeidsongeschiktheidswet wordt hervormd om deze eerlijker te maken en onrechtvaardigheden uit de regeling te halen. Er komt ook geld vrij voor arbeidsongeschikten die ten onrechte geen uitkering kregen vanwege fouten in het systeem van de WIA. NSC meldt verder dat het acute probleem bij de sociale werkplaatsen wordt aangepakt en er geld geregeld is voor deze groep.

Defensie en asiel

De VVD meldt dat € 1,1 miljard beschikbaar komt voor veiligheid en defensie. Naar de kosten van asiel lijkt € 900 miljoen extra te gaan.

Sociale advocatuur en gemeenten

Voor de sociale advocatuur komt € 30 miljoen extra beschikbaar. En ook voor gemeenten komen miljarden extra beschikbaar.

Stikstof, klimaat en infrastructuur

Over een aantal andere dossiers komt nog weinig naar buiten. Het lijkt erop dat bijvoorbeeld stikstof- en klimaatmaatregelen zijn blijven liggen. De BBB meldt wel dat voor de aanpak van stikstof en het helpen van boeren in totaal € 600 miljoen extra beschikbaar komt voor 2025 en 2026. Ook komt veel geld beschikbaar voor de Nedersaksenlijn, een spoorlijn tussen Enschede en Groningen.

Bekostiging

Over de bekostiging van deze plannen is nog weinig tot niets bekend. Duidelijk is dat er op andere plekken bezuinigd moet worden. Minister van Financiën Heinen meldt dat alle begrotingsregels worden nageleefd en dat de schulden niet oplopen. In de media wordt gesproken over de mogelijkheid dat de inkomstenbelasting minder wordt verlaagd dan gepland en dat de algemene heffingskorting en de arbeidskorting niet worden geïndexeerd. Ook zouden de schijven in de inkomstenbelasting niet volledig geïndexeerd worden, waardoor mensen eerder in een hogere belastingschijf komen.

Let op! Bovengenoemde voorgenomen maatregelen zijn niet afkomstig uit de Voorjaarsnota en kunnen dus uiteindelijk afwijken van de werkelijke plannen.

Het kabinet stelt € 100 miljoen beschikbaar voor het Nationaal Fonds Betaalbare Koopwoningen (NFBK). Via dit fonds worden woningen aan starters verkocht voor een prijs die onder de marktwaarde ligt. Ontwikkelaars en woningbouwcorporaties kunnen naar verwachting vanaf 1 juli 2025 een aanvraag voor een bijdrage uit het fonds indienen.

Bouw

Doelstelling NFBK

De doelstelling van het NFBK is om koopwoningen voor starters op de woningmarkt betaalbaarder te maken. Hieraan zijn wel verschillende voorwaarden verbonden, zowel met betrekking tot het bouwproject als ten aanzien van de kopers.

Voorwaarden bouwproject

De woningen waarvoor het NFBK beschikbaar is, mogen een maximale marktwaarde hebben van € 405.000. De korting die de kopers krijgen bedraagt minimaal 10% van de marktwaarde en maximaal € 70.000. Projecten waarvoor het fonds beschikbaar is, dienen minimaal uit 10 en maximaal uit 100 woningen te bestaan die via het fonds worden verkocht.

Voorwaarden kopers

Kopers die voor een woning uit het project in aanmerking willen komen, moeten jonger zijn dan 35 jaar. Het gezamenlijke inkomen mag niet meer bedragen dan € 89.821 (twee keer modaal). Van de koperskorting krijgen zij via het NFBK 75% verstrekt en het restant via de ontwikkelaar van de woningen. 

Voorwaarden bij doorverkoop

Wordt een woning die via het NFBK is verkregen weer doorverkocht, dan vloeit de koperskorting weer terug naar het fonds. Dit geldt ook voor een deel van de waardewijziging van de woning, die zowel positief als negatief kan zijn. 

Private financiering?

Partijen gaan onderzoeken of het NFBK kan worden uitgebreid met private financiering. Daarover wordt onder meer gesproken met pensioenfondsen en verzekeraars. Verder wordt nog onderzocht of het NFBK ook voor Caribisch Nederland beschikbaar kan komen.

Het kabinet stelt € 62 miljoen subsidie beschikbaar voor bedrijven die problemen ondervinden als gevolg van het overbelaste stroomnet. De subsidie, de Flex-e regeling, is beschikbaar voor het inwinnen van advies of voor het doen van noodzakelijke investeringen om het elektriciteitsgebruik flexibeler te maken.

Lamp

Voorwaarden

De subsidie is beschikbaar voor bedrijven die 100 kW of meer via hun netaansluiting afnemen. Naast nog andere voorwaarden, moet uw onderneming zich bevinden in een gebied waar het stroomnet vol is, een zogenaamd congestiegebied.

Drie opties

De subsidie is bedoeld om óf te onderzoeken of u flexibeler elektriciteit kunt gebruiken óf om direct maatregelen te treffen. Dit is uitgewerkt in drie mogelijkheden: een flexibiliteitsscan, een haalbaarheidsstudie en flexibiliteitsmaatregelen. Heeft u een van de drie mogelijkheden afgerond binnen de aanvraagperiode? Dan is het mogelijk om ook nog voor een ander onderdeel subsidie aan te vragen.

Flexibiliteitsscan

De flexibiliteitsscan geeft inzicht in de mogelijkheden inzake flexibel elektragebruik. De subsidie vergoedt 50% van de kosten met een maximum van € 10.000. In uw aanvraag moet u onder andere aangeven hoeveel elektriciteit u verbruikt en voor welke bedrijfsprocessen. 

Haalbaarheidsstudie

De haalbaarheidsstudie is bedoeld te onderzoeken welke maatregelen voor flexibel elektriciteitsgebruik technisch voor u haalbaar zijn. Ook moet duidelijk worden welke mate van flexibilisering de voorgenomen maatregel u oplevert. Per maatregel dienen de technische beschrijvingen uitgewerkt te worden in een zogenaamd technisch ontwerp. De subsidie dekt 50% van de kosten van de haalbaarheidsstudie met een minimum subsidiebedrag van € 10.000 en een maximum van € 125.000.

Flexibiliseringsmaatregelen

Ook voor de uiteindelijke investeringen in flexibiliseringsmaatregelen is subsidie beschikbaar. De optie ‘Flexibiliseringsmaatregelen’ is beschikbaar voor noodzakelijke investeringen in flexibilisering, waaronder aanschaf- en installatiekosten. Maatregelen zijn bijvoorbeeld het beperken van het gebruik van elektra en het opslaan ervan. De subsidie bedraagt 35% van de kosten, met een minimum van € 25.000 en een maximum van € 300.000. 

Aanvragen

U kunt de Flex-e regeling aanvragen bij RVO.nl. Hiervoor heeft u eHerkenning niveau 2+ nodig. Het loket voor deze subsidie is open tot en met 15 oktober 2025.