De Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing (ISDE) wordt ook in 2026 voortgezet. Het kabinet heeft hiertoe besloten nadat uit een evaluatie is gebleken dat de subsidie erg succesvol is.

Verwarming

ISDE-regeling woningeigenaren

De ISDE-subsidie is een subsidie voor eigenaren van een koopwoning die als hoofdverblijf dient. Via de ISDE kan dit jaar subsidie verkregen worden voor isolatiemaatregelen, (hybride) warmtepompen, zonneboilers, elektrische kookvoorzieningen en aansluitingen op een warmtenet.

Voorwaarden

De ISDE-subsidie kent een aantal voorwaarden die per maatregel verschillen.

ISDE-regeling zakelijke gebruikers

Voor zakelijke gebruikers is er, onder andere voorwaarden, ook ISDE-subsidie. Bedrijven kunnen subsidie krijgen voor een warmtepomp, zonneboiler en kleine windmolens. 

Subsidiepercentages ongewijzigd

Met de verlenging van de ISDE is ook bekendgemaakt dat de huidige subsidiepercentages ongewijzigd blijven. Halverwege 2026 wordt een beslissing genomen over de vormgeving van de ISDE in 2026. 

Let op! De percentages verschillen per maatregel.

Aanvragen subsidie

De ISDE-subsidie is digitaal aan te vragen bij RVO.nl. Hiervoor is eHerkenning of DigiD nodig.

Er komt ruim € 100 miljoen extra beschikbaar voor de Subsidieregeling verduurzaming voor verenigingen van eigenaars (SVVE). Tevens is er een internetconsultatie gestart met betrekking tot een aantal voorgenomen wijzigingen van de regeling.

Lamp

SVVE

De SVVE is beschikbaar voor VvE’s, woonverenigingen en -coöperaties. Er kan voor drie verschillende onderdelen subsidie worden aangevraagd. Dit betreft: 

  •  verduurzamingsonderzoek en -advies,
  • verduurzamingsmaatregelen, en
  • oplaadpuntenadvies en basislaadinfrastructuur

Voor deze drie onderdelen van de SVVE komt in totaal € 179 miljoen beschikbaar.

Verduurzamingsonderzoek en -advies 

De SVVE is voor dit onderdeel beschikbaar voor 16 verschillende onderdelen, waaronder onderzoek en advies inzake brandveiligheid, een energiescan en asbestinventarisatie. 

Verduurzamingsmaatregelen

Voor het onderdeel verduurzamingsmaatregelen is subsidie beschikbaar voor energiebesparende isolatiemaatregelen, duurzame warmte-opties en voor een zogenaamd Zeer Energiezuinig Pakket. Dit is een samenhangend pakket aan energiebesparende maatregelen. Denk onder meer aan isolatie van dak, gevel, vloer en glas.   

Oplaadpuntenadvies en basislaadinfrastructuur

Dit onderdeel van de SVVE is beschikbaar voor het opladen van elektrische auto’s op parkeerplaatsen van een VvE. De SVVE is zowel beschikbaar voor advies omtrent het aanleggen van oplaadpunten als voor het aanleggen van de basislaadinfrastructuur. Voor de oplaadpunten zelf krijgt u geen subsidie.

Wijzigingen

De SVVE wordt op een aantal punten inhoudelijk gewijzigd. Onder meer vervalt het maximum aan subsidie van € 2,5 miljoen per vereniging. Ook wordt de subsidie verlengd tot 2030. Daarnaast zal de SVVE op enkele technische punten gewijzigd worden, zoals de berekening van de milieukostenindicator.

Internetconsultatie

Belangstellenden kunnen tot 18 augustus 2025 op de voorgenomen wijzigingen reageren via een internetconsultatie.

De afschaffing van de fiscale faciliteiten voor groen sparen en beleggen blijft van kracht en wordt niet heroverwogen. Ook worden geen compenserende maatregelen genomen. Die keuze is aan een volgend kabinet.

Appels

Faciliteiten groen sparen en beleggen

Er bestaan momenteel verschillende fiscale faciliteiten voor groen sparen en beleggen. Voor 2025 is er een extra vrijstelling in box 3 voor groen sparen en beleggen van € 26.312. Belastingplichtigen met een partner hebben samen een vrijstelling van € 52.624. Ook is er een extra heffingskorting van 0,1% van het bedrag van de vrijstelling. Deze fiscale faciliteiten bestaan alleen voor specifieke groene fondsen.

Versobering

Het bovenstaande betekent sinds dit jaar een forse versobering van de faciliteit. Vorig jaar bedroeg de vrijstelling nog € 71.251 en het dubbele voor partners. De extra heffingskorting bedroeg 0,7%. De faciliteiten worden in 2026 nog op het niveau van dit jaar gehandhaafd, maar per 2027 afgeschaft.

Geen heroverweging

Vanuit de Tweede Kamer waren over het afschaffen van de faciliteiten vragen gesteld en voorgesteld de afschaffing te heroverwegen. Uit de antwoorden blijkt dat de faciliteiten erg succesvol zijn. Ook blijkt dat de overheid als onbetrouwbaar wordt gezien, nu deze faciliteiten op korte termijn en volledig worden  afgeschaft.

Werkkostenregeling

Toch wordt de afschaffing niet heroverwogen. De staatssecretaris wijst er in dit kader op dat de Tweede Kamer de afschaffing zelf heeft voorgesteld om op deze manier de verbetering van de werkkostenregeling te kunnen bekostigen. Het percentage van de eerste schijf van de vrije ruimte van deze regeling is per 2025 namelijk verhoogd van 1,92 naar 2,00% en zal per 2027 verder worden verhoogd naar 2,16%.

Heeft u op 16, 17 of 24 juli 2025 een brief gekregen van de Belastingdienst die betrekking heeft op uw fictief rendement op uw box-3-inkomen? Dan kunt u begin augustus een nieuwe brief verwachten, want de Belastingdienst heeft één of meerdere verkeerde bedragen gebruikt.

Overheid

Wie?

De brief met verkeerde bedragen is verstuurd naar diegenen die een van de jaren een verminderingsbeschikking of navorderingsaanslag hebben gekregen voor het box 3-inkomen.

De brief van de Belastingdienst heeft als onderwerp ‘U mag uw werkelijk rendement aan ons doorgeven’ en hebben het kenmerk CAP/UCF/25/322 of CAP/UCF/25/323.

Nieuwe brief

Begin augustus 2025 worden nieuwe brieven verstuurd met de juiste bedragen voor de jaren die fout waren. Daarnaast krijgt u meer tijd om het OWR-formulier (Opgaaf werkelijk rendement) aan te leveren. Uw nieuwe uiterste aanleverdatum staat in de brief van begin augustus.

Hulp nodig? 

Het invullen van het OWR-formulier is geen eenvoudige klus. Verzamel alle gegevens die nodig zijn voor de berekening van uw werkelijke rendement. Heeft u vragen of hulp nodig, neem dan contact op met een van onze adviseurs.

Meer informatie over de Wet tegenbewijsregeling box 3 kunt u ook vinden op de website van de Belastingdienst.

Als een woning na aankoop ‘anders dan tijdelijk’ als hoofdverblijf gebruikt gaat worden, geldt voor de overdrachtsbelasting in principe het tarief van 2%. Maar wat verstaan we precies onder ‘anders dan tijdelijk’?

Woning

Overdrachtsbelasting

Bij aankoop van panden wordt overdrachtsbelasting geheven. Het standaardtarief bedraagt 10,4%.  Voor woningen is het tarief van de overdrachtsbelasting 2%. 

Tip! Voor meerderjarige jongeren tot 35 jaar geldt een eenmalige vrijstelling van overdrachtsbelasting als de woning niet meer kost dan € 525.000 (2025).

Anders dan tijdelijk

Onlangs kwam een zaak voor het gerechtshof in Den Haag waarbij het ging om de vraag wat onder ‘anders dan tijdelijk’ moet worden verstaan. In betreffende zaak had een echtpaar twee woningen gekocht. Omdat de ene woning verbouwd moest worden, werd de andere woning in die periode gebruikt als hoofdverblijf. Dit verblijf duurde ruim zeven maanden, waarna de verbouwde woning werd betrokken.

Hoeveel overdrachtsbelasting?

Voor het Hof stond de vraag centraal of het verblijf van zeven maanden voldoende was voor het toepassen van het 2%-tarief. Het Hof vond van wel en baseert het oordeel onder meer op het feit dat tijdens de behandeling van het wetsvoorstel uitdrukkelijk over het tijdelijk bewonen is gesproken ten tijde van een verbouwing. In dat kader is ook een minimale termijn van zes maanden genoemd. 

Welke intentie?

Bij een verblijf van minimaal zes maanden stelt het Hof dat de intentie bestaat om de woning anders dan tijdelijk als hoofdverblijf te gebruiken. Dit is dus ook het geval als vooraf al duidelijk is dat de woning vanwege de verbouwing van een andere woning slechts tijdelijk bewoond zal worden. 

Uitzondering bij misbruik

Uit het arrest wordt ook duidelijk dat volgens de wetsgeschiedenis van de termijn van zes maanden kan worden afgeweken bij misbruik. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het geval waarbij een woning na aankoop en verhuur voor een half jaar direct na de verhuurperiode weer verkocht wordt.

Geen cassatie

De staatssecretaris heeft inmiddels laten weten tegen de uitspraak geen cassatie in te zullen stellen bij de Hoge Raad. In een toelichting geeft hij aan dat voor het begrip ‘anders dan tijdelijk’ ook naar zijn mening kan worden aangesloten bij een termijn van zes maanden. Ook de staatssecretaris wijst er wel op dat in situaties van misbruik van deze termijn kan worden afgeweken.