Het kabinet wil de informatiepositie van de Belastingdienst ten opzichte van ANBI’s moet versterken. Hierdoor moet er meer (fiscale) transparantie ontstaan over de ANBI. Dit staat in een wetsvoorstel, opgenomen in het Belastingplan 2026.

Juridisch

ANBI

Donaties aan een ANBI, Algemeen Nut Beogende Instelling, worden ondersteund met fiscale faciliteiten. Zo hoeft een ANBI onder voorwaarden geen schenk- of erfbelasting te betalen en zijn giften van een donateur aan een ANBI onder voorwaarden fiscaal aftrekbaar.  

Tip! Alles over de (fiscale) voorwaarden en faciliteiten betreft een ANBI is te vinden in het speciale ANBI-loket.

Digitaal berichtenverkeer

Het wetsvoorstel regelt dat al het inkomend en uitgaande berichtenverkeer tussen de ANBI en de Belastingdienst digitaal wordt gestructureerd. Bestaande wetgeving wordt gewijzigd, zodat ANBI’s voortaan hun gegevens aan de Belastingdienst digitaal aan kunnen leveren. Hierin wordt wel de mogelijkheid verwerkt om uitzonderingen op te nemen voor bijvoorbeeld kleinere ANBI’s. 

Publicatieplicht

Er bestaat nu al een publicatieplicht voor ANBI’s. Zo moeten onder meer de namen van de bestuurders, een beschrijving van de doelstelling en een actueel verslag van de uitgeoefende activiteiten op de eigen website worden gepubliceerd. 

Standaardformulier voor alle ANBI’s

In het wetsvoorstel is ook opgenomen dat ANBI’s de verplicht te publiceren gegevens digitaal aan moeten leveren door middel van een standaardformulier. Dit is nu alleen verplicht voor grote ANBI’s. Het aanleveren moet gebeuren bij een centraal digitaal punt dat wordt gefaciliteerd door de Belastingdienst. Deze gegevens worden toegankelijk voor het algemene publiek.  

Ingangsdatum wetswijziging

De wetswijziging is voorzien per 1 januari 2026, maar moet nog door de Tweede en Eerste Kamer worden aangenomen. Het daadwerkelijk in werking treden van de voorstellen zal naar verwachting pas in 2029 en 2030 plaatsvinden. Dit heeft te maken met de vergaande mate van aanpassen van de automatisering van de Belastingdienst.

Let op! Deze voorstellen staan in de Fiscale verzamelwet en zijn al door de Tweede Kamer aangenomen. De Eerste Kamer moet nog wel beslissen.

Wet transparantie en tegengaan ondermijning door maatschappelijke organisaties (Wtmo)

Per 1 januari 2026 moet ook de Wtmo in werking treden. Het doel is het tegengaan van ongewenste buitenlandse beïnvloeding en financieel-economisch misbruik van maatschappelijke organisaties. De wet verplicht stichtingen om jaarlijks hun staat van baten en lasten te deponeren bij de KVK. Het wetsvoorstel voorziet ook in een informatieplicht voor stichtingen, verenigingen en kerkgenootschappen. 

Let op! Dit wetsvoorstel moet nog door de Eerste Kamer worden aangenomen.

Vanaf waarschijnlijk 1 januari 2026 geldt een verbod op contante betalingen vanaf € 3.000 voor goederen. Wat betekent dit voor u?

Geld

Contante betalingen vanaf € 3.000

Contante betalingen vanaf € 3.000 zijn vanaf waarschijnlijk 1 januari 2026 in Nederland verboden. Een contante betaling van bijvoorbeeld € 2.999 blijft wel mogelijk.

Een Europees verbod op contante betalingen vanaf € 10.000 volgt in 2027. Dit betekent niet dat de grens in Nederland dan verhoogd wordt naar € 10.000. EU-landen mogen namelijk zelf de grens voor contante betalingen bepalen, zolang deze vanaf 2027 maar onder de € 10.000 ligt.

Alleen voor handelaren

Het verbod gaat gelden voor alle ondernemers die goederen aan- of verkopen, ongeacht in welke sector zij werkzaam zijn. Daarbij maakt het niet uit of de ondernemer aan- of verkoopt aan een andere ondernemer of aan een particulier. In alle gevallen zijn contante betalingen vanaf € 3.000 niet meer toegestaan.

Let op! Particulieren vallen buiten de verbodsbepaling. Een particulier die bijvoorbeeld via Marktplaats iets verkoopt aan een andere particulier, mag dus nog wel een contante betaling boven de € 3.000 accepteren.

Alleen voor goederen

In eerste instantie gaat het verbod alleen gelden voor de handel in goederen. Een verbod op contante betalingen voor diensten komt in 2027 op basis van Europese regelgeving.

Splitsen transacties

Het heeft geen zin om transacties te splitsen om daarmee de verbodsgrens te ontlopen. Samengestelde transacties vallen ook onder het verbod. Dit geldt bijvoorbeeld als iemand een kunstwerk koopt voor € 7.000 en dit in drie delen betaalt (€ 2.500, € 2.500 en € 2.000). 

Let op! De verbodsbepaling is al door zowel de Tweede als de Eerste Kamer aangenomen. De wet treedt in werking op een nog bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. De verwachting is dat dit per 1 januari 2026 zal zijn, maar helemaal zeker is dit nog niet.

Belastingplichtigen en werkgevers krijgen een inzagerecht met betrekking tot stukken die bij een belastingaanslag of -beschikking een rol hebben gespeeld. Omdat het ineens realiseren van dit recht technisch niet mogelijk is gebleken, wordt het inzagerecht geleidelijk ingevoerd.

Overheid

Verbetering informatiepositie

Met het inzagerecht wordt de informatiepositie van belastingplichtigen en werkgevers verbeterd. 
Zo wordt namelijk duidelijk welke feiten een rol hebben gespeeld bij het opleggen van een aanslag of het nemen van een beschikking, en kan beter beoordeeld worden of het zin heeft hiertegen in bezwaar te gaan.

Verlening inzage

Het inzagerecht betekent dat bij het bekendmaken van een aanslag of beschikking inzake Rijksbelastingen via de bestaande portalen van de Belastingdienst inzage wordt verleend in relevante stukken. Dit gebeurt in etappes per Rijksbelasting. Een verzoek hiertoe is niet nodig. Verder wordt geregeld dat stukken al beschikbaar kunnen worden gemaakt, voordat alle op de zaak betrekking hebbende stukken al beschikbaar zijn.

Beperkingen

Er wordt inzage verleend in stukken totdat de aanslag of beschikking vaststaat. Daarna blijven de huidige regels voor bezwaar en beroep gelden, waarin al een inzagerecht is opgenomen. Alleen als er aantoonbaar sprake is van gewichtige redenen, kan het inzagerecht geweigerd worden. Denk bijvoorbeeld aan inkomensgegevens van derden, die bij het vaststellen van een aanslag een rol hebben gespeeld. In dit geval kunnen deze gegevens op grond van de geheimhoudingsplicht niet bekend worden gemaakt. Wil men dergelijke stukken toch inzien, dan kan hiertoe een verzoek aan de inspecteur worden gedaan en dit bij afwijzing van het verzoek in beroep voorleggen aan de rechter. Ook is het mogelijk dat dan alleen de rechter de stukken ter inzage krijgt.

Informeren

Belastingplichtigen zullen op diverse manieren worden geïnformeerd over het nieuwe inzagerecht. Er zullen onder meer folders worden meegestuurd bij correcties op de aangifte. Ook de Belastingdienst zal er aandacht aan besteden. Uiteraard zullen wij u ook informeren zodra er meer bekend is.

Let op! Dit voornemen staat in de Fiscale verzamelwet en is al door de Tweede Kamer aangenomen, maar nog niet door de Eerste Kamer.

De Tweede Kamer heeft een amendement aangenomen waardoor gemeenten de mogelijkheid krijgen om een leegstandbelasting in te voeren voor langer leegstaande woningen.

Vastgoed

Tegengaan leegstand woningen

In Nederland staan meer dan 180.000 woningen leeg. Een derde deel hiervan staat langer dan een jaar leeg. Verschillende partijen in de Tweede Kamer vinden dat gemeenten meer mogelijkheden moeten krijgen om leegstand tegen te gaan, zodat woningen voor inwoners beschikbaar komen.

Leegstandbelasting

Daarom is een amendement ingediend dat regelt dat gemeenten de mogelijkheid krijgen om een leegstandbelasting in te voeren. Die leegstandbelasting wordt dan geheven van de eigenaar van een binnen de gemeente gelegen woning als deze langer dan twaalf maanden leegstaat.

Let op! Gemeenten mogen na invoering van de mogelijkheid zelf beslissen of ze een leegstandbelasting invoeren en hoe hoog deze dan is. Dit kan bijvoorbeeld een vast of een oplopend bedrag zijn, maar kan ook gebaseerd worden op de WOZ-waarde van de woning.

Alleen voor woningen

De mogelijkheid voor invoering van een leegstandbelasting geldt voorlopig alleen voor leegstaande woningen. Leegstaande panden kunnen dan ook niet getroffen worden door deze belasting.

Let op! Het amendement zal in een wetsvoorstel worden opgenomen. De Eerste Kamer moet hiermee nog instemmen. Het is daarom nog niet definitief.

In het Belastingplan 2026 zijn maatregelen opgenomen die ongelijke verdelingen van een huwelijksgemeenschap en ongelijke verdelingen bij een verrekenbeding fiscaal aanpakken. Welke zijn dit?

Strategie

Voordeel ongelijke verdeling

Aanleiding is de uitkomst van een arrest van de Hoge Raad van begin 2024 waarbij twee echtgenoten huwelijkse voorwaarden aangingen in het zicht van overlijden van een van hen. De Hoge Raad oordeelde dat de ongelijke verdeling – waarbij de langstlevende 90% kreeg toebedeeld – niet in strijd was met de wet. Het voordeel in deze casus bestond eruit dat de achterblijvende partner minder erfde en er dus minder erfbelasting hoefde te betalen dan bij een gelijke verdeling (50%-50%). 

Bredere aanpak kabinet

Het kabinet wil deze constructie bestrijden. Het voorstel in het Belastingplan 2026 gaat echter veel verder. Het wetsvoorstel heft namelijk schenk- of erfbelasting bij elke ontbinding van een huwelijksgoederengemeenschap en bij elk toegepast verrekenbeding waarbij aan een partner meer toekomt dan de helft van de gemeenschap of de te verrekenen som. Hiermee worden dus niet alleen huwelijkse voorwaarden getroffen die gewijzigd zijn in het zicht van overlijden, maar alle huwelijkse voorwaarden waarvan het effect is dat er een ongelijke verdeling ontstaat.

Wat betekent dit?

Als het Belastingplan 2026 ongewijzigd wordt aangenomen, betekent dit:

  • Bij overlijden: als een partner bij ontbinding van de huwelijksgemeenschap of bij uitvoering van een verrekenbeding meer krijgt toebedeeld dan de helft, wordt het meerdere gezien als verkrijging op grond van erfrecht. Afhankelijk van de hoogte en andere verkrijgingen, is de langstlevende partner hierover erfbelasting verschuldigd.
  • Bij echtscheiding: als een partner door ontbinding van de huwelijksgemeenschap of uitvoering van een verrekenbeding meer krijgt toebedeeld dan de helft, wordt het meerdere gezien als schenking. Afhankelijk van de hoogte en andere schenkingen is hierover schenkbelasting verschuldigd.

Inwerkingtreding 1 januari 2026

In het wetsvoorstel wordt voorgesteld deze maatregel op 1 januari 2026 in werking te laten treden.

Uitzonderingen

Er gelden wel uitzonderingen. Zo worden de volgende huwelijkse voorwaarden niet getroffen door de voorgestelde wetswijziging:

  • huwelijkse voorwaarden waarin al een ongelijke verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap is overeengekomen vóór 16 september 2025 16.00 uur, en
  • huwelijkse voorwaarden waarin al een finaal verrekenbeding met ongelijke breukdelen is overeengekomen vóór 16 september 2025 16.00 uur.

Let op! Alle huwelijkse voorwaarden die vanaf 16 september 2025 16.00 uur zijn aangegaan, worden wel volledig door de maatregel getroffen. Ook huwelijkse voorwaarden die vanaf 16 september 2025 16.00 uur worden gewijzigd, waarbij aanpassingen in het gemeenschappelijke vermogen naar ongelijke breukdelen plaatsvindt, worden vanaf 1 januari 2026 volledig door de maatregel getroffen. Dit geldt ook als ongelijke verdeling op dat moment iets minder ongelijk wordt (bijvoorbeeld van 90:10 naar 60:40). Het is wel mogelijk om andere wijzigingen in de huwelijkse voorwaarden aan te brengen zonder het overgangsrecht te verliezen.

Ook voor geregistreerde partners en samenwoners

De maatregel geldt niet alleen bij ongelijke verdeling van een huwelijksgoederengemeenschap, maar ook in geval van geregistreerde partners en samenwoners.

Let op! De maatregel is nog niet definitief. Na de verkiezingen moeten de nieuwe Tweede Kamer en de Eerste Kamer nog instemmen.