Kinderopvang wordt in 2026 en 2027 goedkoper en zal vanaf 2029 bijna gratis zijn voor werkende ouders. Oorspronkelijk was het de bedoeling dat de kinderopvang vanaf 2027 bijna gratis zou zijn, maar al eerder werd bekend dat dit uitgesteld is naar 2029.

Speen

2026: hoger vergoedingspercentage

Het kabinet wil in 2026 € 199 miljoen investeren in een hogere kinderopvangtoeslag. Hierdoor krijgen ouders met een gezamenlijk inkomen tot € 56.412 in 2026 recht op het maximale vergoedingspercentage van 96% in de kinderopvangtoeslag. Maar ook ouders met een gezamenlijk inkomen boven € 55.000 krijgen een hoger vergoedingspercentage.

2027: maximale vergoedingspercentage voor meer inkomens

Het kabinet wil in 2027 de vergoeding nog verder verhogen. Hierdoor krijgen ouders met een middeninkomen (gezamenlijk inkomen tot bijna twee keer modaal) vanaf 2027 ook recht op het maximale vergoedingspercentage van 96%.

2029: maximale vergoedingspercentage voor alle werkende ouders

De bedoeling is dat het nieuwe stelsel in 2029 ingaat. De vergoeding voor kinderopvang zal dan niet meer afhankelijk zijn van het inkomen. Op dat moment krijgen dus alle werkende ouders, ongeacht hun inkomen, recht op het maximale vergoedingspercentage van 96%.

Ook verhoging maximumuurprijzen in 2026

Oorspronkelijk was het de niet de bedoeling om in 2026 de maximumuurprijzen aan te passen aan het prijsniveau. In de Voorjaarsnota 2025 is echter besloten om de maximumprijzen in 2026 toch te verhogen met 4,84% en de toetsingsinkomens te indexeren met 4,04%.

De maximumuurprijzen stijgen hierdoor voor de dagopvang van € 10,71 in 2025 naar € 11,23 in 2026. Voor de buitenschoolse opvang stijgt de maximumuurprijs van € 9,52 in 2025 naar € 9,98 in 2026 en voor gastouderopvang van € 8,10 in 2025 naar € 8,49 in 2026.

Voor mkb-bedrijven is het niet eenvoudig om geld te lenen bij een bank. Gelukkig is er een nieuwe financieringsmarkt ontstaan, een markt die complementair kan zijn aan de zo vertrouwde bancaire financiering. Daarnaast biedt ook de overheid u soms nog extra financieringshulp. Welke alternatieve mogelijkheden zijn er?

Grafiek

Private financiering

Welke ondernemer kent ze niet: de private financiers. Of het nu familie, vrienden of zakenrelaties zijn, voor velen zijn ze bij de start van een bedrijf onmisbaar om aan aanvullend kapitaal of een geldlening te komen. Toch biedt dit persoonlijke netwerk niet altijd uitkomst. Naarmate de financieringsbehoefte, de risico’s, de omvang en complexiteit van uw plannen toenemen, zult u sneller op zoek moeten naar andere financieringsvormen, als alternatief of aanvullend. De particuliere financieringsmarkt kent een breed palet aan potentiële geldschieters.

Tip! Denk bij alternatieve financieringsbronnen ook aan leverancierskrediet, hypotheekbanken, leasemaatschappijen, huur en factoring. Voor uw liquiditeitspositie het overwegen waard!

Business angels

Deze ‘angels’ worden ook wel informal investors genoemd. Het zijn veelal particulieren en voormalig ondernemers die, al dan niet verenigd, hun kennis, ervaring, netwerk en kapitaal inzetten voor startende of jonge, veelal innovatieve ondernemingen. Voor deze investeerders draait het om een goed plan en geloof in de ondernemer. Wat ze ook hebben, is de wil om risicodragend te investeren. De ondernemer ontvangt risicokapitaal. De informal investor krijgt een aandeel in de zeggenschap, het eigendom of de winst van de onderneming.

Tip! Informeer ook naar initiatieven van business angels en bijeenkomsten bij u in de regio of daarbuiten. Zij brengen ondernemers en investeerders bij elkaar.

Private equity

Investerings- en participatiemaatschappijen, ook wel private equity genoemd, zijn doorgaans private maatschappijen waarin kleinere en grotere beleggers en/of investeerders zijn verenigd. Zij kunnen zorgen voor het benodigde risicodragend vermogen dat u als ondernemer nodig heeft om bij andere financiers met succes uw kredietbehoefte te regelen. Risicodragend vermogen kan worden verstrekt in de vorm van zowel aandelenkapitaal als een (achtergestelde) lening. De drijfveer van private equity is rendement!

Kredietunie: een financieringsvorm in een coöperatief jasje

De kredietunie is een coöperatieve kredietvereniging van mkb-ondernemers. Doel van een kredietunie is om via een gemeenschappelijke kas geld uit te lenen aan collega-ondernemers binnen een sector of regio. Zowel kredietgevers als kredietnemers zijn lid en mede-eigenaar van de coöperatie. De kredietunie heeft geen winstoogmerk en wil voorzien in het verlenen van krediet van €50.000 tot € 250.000. Onder voorwaarden zijn hogere bedragen ook mogelijk. Verliezen en levende have worden in het algemeen niet door een kredietunie gefinancierd. De looptijd van de leningen ligt tussen de 1 en 10 jaar.

Crowdfunding

Deze financieringsvorm wint snel aan populariteit. Het is een internetmarktplaats voor financiering. Hoe werkt het? De ondernemer plaatst het idee of plan op een van de crowdfundingplatforms en doet een beroep op meerdere particuliere investeerders om te financieren. De kredietvraag, rente en looptijd bepaalt u zelf. Wilt u de geldverschaffers in ruil voor hun inleg aandelen in het bedrijf of een percentage van de omzet of winst aanbieden, dan kan dat ook. Investeerders kunnen inschrijven tot de inschrijving vol is, waarna uw financiering rond is!

Let op! De regelgeving voor alternatieve financieringsvormen staat nog in de kinderschoenen. Controleer of het crowdfundingplatform beschikt over een AFM-vergunning!

Overheid als cofinancier

Met de helpende hand van de overheid heeft u als ondernemer meer kans van slagen om bij kredietinstellingen een lening te kunnen afsluiten. Ook al zijn uw plannen en de financiële vooruitzichten nog zo goed, zonder voldoende zekerheden zult u de kredietaanvraag al snel zien stranden. Vandaar dat de overheid diverse regelingen in het leven heeft geroepen om de toegang tot de kredietmarkt te vergemakkelijken. Deze regelingen zijn veelal voorzien van soepeler voorwaarden.

Borgstelling MKB-Kredieten (BMKB)

Voor ondernemers met een financieringsbehoefte, maar onvoldoende onderpand, kan de BMKB uitkomst bieden. Deze is bedoeld voor bedrijven met niet meer dan 250 werknemers (fte’s) in dienst en een jaaromzet tot € 50 miljoen of een balanstotaal tot € 43 miljoen. De kredietregels inzake omvang, aflossing en looptijd zijn afhankelijk van het bestedingsdoel en type onderneming. Voorwaarde is wel dat de toekomstperspectieven gunstig zijn en de kredietverstrekker een aanvraag hiervoor indient. In de reguliere regeling betreft het borgstellingskrediet 50% van het krediet dat de bank verstrekt. De borg van de overheid bedraagt 90% van dit borgstellingskrediet. De BMKB is verruimd tot en met 1 juli 2027. Bedrijven met een kredietbehoefte tot € 333.333 kunnen driekwart financieren met BMKB-krediet en dus niet maximaal de helft van de kredietverstrekking. Verder is het maximum van het BMKB-krediet tijdelijk verhoogd van € 1 miljoen naar € 1,5 miljoen. 

Ook is de BMKB verruimd voor investeringen inzake verduurzaming, de BMKB-G (Groen). Deze verruiming is bedoeld voor mkb-ondernemingen met maximaal 250 personeelsleden. Met deze verruiming is de omvang van het borgstellingskrediet in de BMKB verhoogd van 50 naar 75% van het kredietbedrag. De regeling is toepasbaar op:

  • Bedrijfsmiddelen die zijn opgenomen in de Energielijst
  • Overige middelen verbonden aan energie-investeringen (maximaal aandeel 50%)
  • De aanpassing of vervanging van bedrijfspanden naar ten minste Label C

Tip! Vraag de bank (of de niet-bancaire financierder) bij uw kredietaanvraag of u in aanmerking komt voor de BMKB!

Innovatiekrediet

Heeft u een innovatief idee, maar ontbreken alleen de middelen nog om verder te investeren, dan biedt wellicht het Innovatiekrediet uitkomst. Hiermee kunnen veelbelovende innovatietrajecten worden gefinancierd. Het is een risicodragend krediet. Het krediet voor klinische ontwikkelingsprojecten bedraagt maximaal € 5 miljoen; voor technische ontwikkelingsprojecten bedraagt het krediet maximaal € 10 miljoen. In 2025 is € 10 miljoen voor klinische ontwikkelprojecten beschikbaar, € 10 miljoen voor technische ontwikkelprojecten en € 30 miljoen voor klinische én technische ontwikkelprojecten. Voor beide groepen projecten is in 2025 in totaal dus € 50 miljoen beschikbaar. U kunt het innovatiekrediet aanvragen bij de Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland (rvo.nl) tot en met 31 december 2025.

Microkrediet

Veel ondernemers zijn al geholpen met een relatief gering krediet. Maar het risicoprofiel belemmert de toegang tot een bankkrediet. Denk dan eens aan microfinanciering. Op dit moment bedraagt het kredietplafond € 50.000 en de rente 9,95%. Daarnaast betaalt u een bedrag aan behandelkosten, dat loopt uiteen van € 375  tot maximaal € 850. Voor ondernemers met een zogenaamde sociale doelstelling is het kredietplafond € 250.000 en bedraagt de rente 7,95%. De regeling staat open voor startende en bestaande ondernemers in het midden- en kleinbedrijf en wordt uitgevoerd door Qredits Microfinanciering Nederland. Qredits komt alleen in beeld als de bank uw kredietaanvraag heeft afgewezen.

MKB-krediet

Sinds enkele jaren biedt Qredits ook het MKB-krediet aan. Dit is een zakelijke lening aan startende en bestaande ondernemers in het mkb van minimaal € 50.000 en maximaal € 250.000. Deze lening is er speciaal voor ondernemers die een financiering nodig hebben en hiervoor niet bij een bank terechtkunnen. Er geldt wel een aantal voorwaarden. De rente bedraagt 9,95%. Voor ondernemers met een zogenaamde sociale doelstelling bedraagt de rente 7,95%.

Voor bestaande ondernemers die onverwachts extra geld nodig hebben voor hun bedrijf is er het flexibel krediet. Je betaalt daarbij alleen rente over het opgenomen bedrag van je lening. Het maximum bedraagt € 25.000 en de rente bedraagt 1,1% per maand over het opgenomen bedrag. Ook betaalt u 2% aan beheerskosten per jaar en eenmalig een vast bedrag dat varieert van € 375 tot € 650. Speciaal voor de financiering van zakelijk onroerend goed biedt Qredits een hypothecair krediet.

Vroegefasefinanciering

Bent u ambitieus, groeit uw onderneming in de komende periode substantieel in omvang en wilt u onderzoeken of uw idee kans van slagen heeft op de markt, dan is de Vroegefasefinanciering misschien iets voor u. Met een lening uit deze financieringsvorm kan de overheid u ondersteunen om uw idee van de planfase naar de startfase te brengen. Uiteraard moet u de lening, inclusief 7,71% (per 1 januari 2025) rente, terugbetalen. Meer informatie vindt u op RVO.nl.

Garantie Ondernemingsfinanciering

Speciaal voor (middel)grote ondernemingen die hoofdzakelijk actief zijn in Nederland, financieel gezond zijn en toekomstperspectief hebben, is er nog de GO-regeling. Via de GO-regeling kan de bank met 50% overheidsgarantie de benodigde extra zekerheden binnenhalen. Leningen van maximaal € 150 miljoen zijn tot maximaal de helft gegarandeerd. De GO-regeling kunt u aanvragen tot 11 juni 2025 17.00 uur bij de RVO.

Tot slot

De besproken regelingen zijn slechts een selectie uit het groeiende aanbod. Wij kunnen de kansen en de valkuilen met u verkennen om uiteindelijk te komen tot een passende financieringsoplossing.

Disclaimer
Hoewel bij de samenstelling van deze Advieswijzer de uiterste zorg is nagestreefd, wordt geen aansprakelijkheid aanvaard voor onvolledigheden of onjuistheden. Vanwege het brede en algemene karakter van de Advieswijzer, is deze niet bedoeld om alle informatie te verschaffen die noodzakelijk is voor het nemen van financiële beslissingen.

Mogelijk wordt de tariefkorting in de motorrijtuigenbelasting (mrb) voor emissievrije auto’s verhoogd. Hierdoor betalen eigenaren van elektrische auto’s in de periode 2026-2028 minder mrb dan eerder was aangekondigd in het Belastingplan 2025.

Auto

Tariefkorting mrb 2025

Eigenaren van elektrische auto’s en andere auto’s zonder CO2-uitstoot krijgen in 2025 een tariefkorting van 75% op de mrb. In plaats van 100% betalen zij dus 25%.

Tariefkorting mrb 2026-2029

In het eind vorig jaar aangenomen Belastingplan 2025 was voor de jaren 2026 tot en met 2028 een tariefkorting afgesproken van 25%. In plaats van 100% betalen eigenaren van emissievrije auto’s in de jaren 2026 tot en met 2028 dan 75%.

Het kabinet had bij de behandeling van het Belastingplan 2025  toegezegd om de hoogte van de tariefkorting in het voorjaar van 2025 opnieuw te wegen. Dit heeft er toe geleid dat de plannen zijn bijgesteld en de tariefkorting voor de jaren 2026 tot en met 2028 wordt verhoogd naar 30%. In plaats van 75% betalen eigenaren van emissievrije auto’s in de jaren 2026 tot en met 2028 dan 70%.

Let op! De verhoging naar 30% geldt niet voor 2029. Voor dat jaar blijft de tariefkorting gehandhaafd op 25%. Vanaf het jaar 2030 geldt geen tariefkorting meer.

Belastingplan 2026

De aanpassing is nog niet definitief. Deze wordt opgenomen  in het Belastingplanpakket 2026 dat op Prinsjesdag 2025 aan de Tweede Kamer wordt aangeboden. Daarna moeten zowel de Tweede als de Eerste Kamer nog instemmen.

Let op! Het kabinet gaat de komende tijd met stakeholders en medeoverheden in gesprek over onder meer een structurele oplossing voor de gewichtscorrectie in de mrb van elektrische auto’s. Denkrichting hierbij is onder meer om de grondslag van de mrb te wijzigen van gewicht naar voertuigoppervlak. De Tweede Kamer wordt voor het zomerreces over de contouren nader geïnformeerd.

Voor de fiets die een werkgever ook voor privégebruik ter beschikking stelt aan een werknemer geldt een bijtelling van 7%. Het kabinet is van plan om te verduidelijken en te versoepelen wanneer geen bijtelling hoeft worden toegepast.

Fiets

Fiets van de zaak

Stelt u een fiets aan een werknemer ter beschikking die de werknemer voor woon-werkverkeer mag gebruiken, dan wordt deze fiets geacht ook voor privégebruik ter beschikking te staan. Per kalenderjaar geldt dan een bijtelling van 7% van de consumentenadviesprijs van de fiets.

Over deze bijtelling moet u loonbelasting/premies volksverzekeringen inhouden, premies werknemersverzekeringen betalen en werkgeversheffing Zvw betalen of de bijdrage Zvw inhouden.

Let op! U kunt er ook voor kiezen om de bijtelling aan te wijzen in de vrije ruimte, mits aan de gebruikelijkheidstoets wordt voldaan. Overschrijdt u in een jaar met alle aanwijzingen de vrije ruimte, dan betaalt u als werkgever 80% eindheffing hierover.

Geen bijtelling voor deel- en hubfietsen

Het kabinet is van plan om de bijtellingsregeling voor fietsen van de zaak te verduidelijken/versoepelen. Het is de bedoeling dat er voor fietsen die over het algemeen niet thuis worden gestald, geen bijtelling meer geldt. Dit moet ervoor zorgen dat bijvoorbeeld deel- en hubfietsen die voor zakelijke doeleinden worden gebruikt, ook buiten de bijtelling vallen.

Belastingplan 2026

Bovenstaande is nog niet definitief. Het plan is om een en ander op te nemen in het Belastingplanpakket 2026 dat op Prinsjesdag 2025 aan de Tweede Kamer wordt aangeboden. Daarna moeten zowel de Tweede als de Eerste Kamer nog instemmen.

De huidige versoepeling van de RVU-regeling, de regeling vervroegde uittreding, stopt eind 2025. In oktober 2024 was al een akkoord gesloten voor een verlenging van de versoepeling van de regeling voor mensen met zwaar werk. In de Voorjaarsnota 2025 is nu ook een verlenging van de versoepeling en een verhoging van de drempelvrijstelling opgenomen.

Belastingdienst

Pseudo-eindheffing RVU

Als een werkgever een uitkering doet zodat een oudere werknemer eerder kan stoppen met werken, is de werkgever hierover een pseudo-eindheffing verschuldigd van 52%. Van een dergelijke regeling voor vervroegde uittreding is sprake, als de regeling het effect heeft dat een periode wordt overbrugt  tot een pensioenregeling of AOW start. Ook  uitkeringen die een pensioenregeling aanvullen, worden als zodanig aangemerkt.

Let op! In handreikingen en in de jurisprudentie zijn verduidelijkingen gegeven over de vraag of sprake is van een RVU of niet. Neem voor meer informatie hierover contact op met een van onze adviseurs.

Tijdelijke versoepeling pseudo-eindheffing RVU

Vanaf 1 januari 2021 geldt een tijdelijke versoepeling van de pseudo-eindheffing RVU. Hierdoor kunnen werkgevers maximaal drie jaar voor de AOW-leeftijd van een werknemer een bedrag meegeven aan de werknemer, zonder dat hierover de pseudo-eindheffing verschuldigd is. Dit bedrag is gelijk aan de drempelvrijstelling die jaarlijks opnieuw vastgesteld wordt. Is de RVU-uitkering hoger dan de drempelvrijstelling, dan is over het meerdere wel 52% pseudo-eindheffing verschuldigd.

 Jaar  Drempelvrijstelling bruto per maand
2021  € 1.847
2022  € 1.847
2023  € 2.037
2024  € 2.182
2025  € 2.273


Let op!
De tijdelijke versoepeling eindigt eind 2025. Er geldt wel overgangsrecht waardoor er voor een uiterlijk op 31 december 2025 overeengekomen RVU, in de jaren 2026 tot en met 2028 nog gebruik kan worden gemaakt van de drempelvrijstelling.

Verlenging versoepeling en verhoging drempelvrijstelling

In de Voorjaarsnota 2025 is opgenomen dat de versoepeling van de pseudo-eindheffing RVU met drie jaar wordt verlengd tot en met 2028. Er is ook budget opgenomen voor verhoging van de drempelvrijstelling. Daarnaast is er budget gereserveerd voor een mogelijke verlenging van de versoepeling vanaf 2029.

Verhogen pseudo-eindheffing tot maximaal 65%

Ter dekking van de verlenging van de versoepeling en verhoging van de drempelvrijstelling is in de Voorjaarsnota 2025 opgenomen dat de pseudo-eindheffing vanaf 2026 in stappen wordt verhoogd tot deze in 2028 65% bedraagt. Ook voor 2029 en 2030 lijkt de heffing op 65% te blijven.

Belastingplan 2026

De verlenging en verhoging zijn nog niet definitief. Het plan is om de verlenging en verhogingen op te nemen in het Belastingplanpakket 2026 dat op Prinsjesdag 2025 aan de Tweede Kamer wordt aangeboden. Daarna moeten zowel de Tweede als de Eerste Kamer nog instemmen.