Het kabinet wil uitzendbureaus en andere partijen die werknemers uitlenen aan derden en daarbij wetten en regels ontduiken of omzeilen flink aanpakken. In veel gevallen betalen deze partijen arbeidsmigranten te weinig of laten ze werken onder slechte omstandigheden. De Wet toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten (Wtta) – inmiddels aangenomen door de Tweede Kamer – moet dit voorkomen.
Nieuw toelatingsstelsel
Er komt voor partijen die werknemers uitlenen (uitleners) een toelatingsstelsel. Een speciale Toelatende Instantie bepaalt wie toegelaten wordt. Uitleners mogen per 1 januari 2027 alleen arbeidskrachten ter beschikking stellen als zij daartoe zijn toegelaten. Bedrijven die gebruikmaken van uitzendkrachten mogen dit alleen doen via toegelaten uitleners.
Overgangsrecht
Tot 1 januari 2027 zal er een overgangsrecht gaan gelden. Als bedrijven onder het overgangsrecht vallen, mogen ze personeel blijven uitlenen zolang het ministerie de aanvraag voor een vergunning nog niet heeft beoordeeld.
Uitleners die gebruik willen maken van het overgangsrecht moeten zich tussen 1 november 2026 en 1 januari 2027 melden bij het ministerie van SZW. Deze deadline geldt voor uitleners met én zonder certificaat van de Stichting Normering Arbeid (SNA).
Daarnaast geldt als voorwaarde voor het overgangsrecht dat uitleners binnen de eerste zes maanden na inwerkingtreding een toelatingsaanvraag doen. Dit zal moeten vóór 1 juli 2027.
Let op! Uitleners die na 1 juli 2027 de toelatingsaanvraag indienen, kunnen geen beroep meer doen op het overgangsrecht.
Voorwaarden toelating
Er zal een speciale Toelatende Instantie worden ingericht die de aanvragen gaat beoordelen. Om toegelaten te worden tot het nieuwe stelsel moeten uitleners aan een aantal voorwaarden voldoen. Zo moeten zij beschikken over een actuele Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG), moeten zij een waarborgsom van € 100.000 storten (voor startende bedrijven geldt een waarborgsom van € 50.000) en moeten zij kunnen aantonen dat ze voldoen aan relevante wetgeving.
En verder
Periodiek zal worden gecontroleerd of de uitleners nog aan alle eisen voldoen. Daarnaast wordt de bestaande registratieplicht in de Basisregistratie Personen (BRP) juridisch verankerd en komt er een wettelijke zorgplicht voor aanbieders.
Inspectie
De Nederlandse Arbeidsinspectie zal vanaf 2028 gaan handhaven, wat betekent dat in- en uitleners die zich niet aan de wet houden worden beboet.
Het kabinet gaat ongelijke verdelingen van een huwelijksgemeenschap en ongelijke verdelingen bij een verrekenbeding fiscaal aanpakken. Een wetswijziging hiertoe ligt nu ter consultatie.
Aanleiding
Aanleiding is de uitkomst van een arrest van de Hoge Raad van begin 2024 waarbij twee echtgenoten huwelijksvoorwaarden aangingen in het zicht van overlijden van één van hen. De Hoge Raad oordeelde dat de ongelijke verdeling – waarbij de langstlevende 90% kreeg toebedeeld – niet in strijd was met de wet. Het kabinet wil dit aanpakken en kiest er daarom voor om de wet te wijzigen.
Internetconsultatie
De voorgenomen wetswijziging wordt opgenomen in het Belastingplan 2026 dat op Prinsjesdag 2025 zal worden gepresenteerd. Over deze wetswijziging is nu een internetconsultatie gestart. Deze consultatie loopt nog tot 14 mei 2025.
Constructie
De constructie komt erop neer dat partners in het zicht van overlijden, bijvoorbeeld bij een ongeneeslijke ziekte, in hun huwelijkse voorwaarden de gerechtigdheid tot de huwelijksgoederengemeenschap aanpassen ten gunste van de partner die hoogstwaarschijnlijk het langst leeft. Ook het wijzigen van een verrekenbeding ten gunste van de partner die hoogstwaarschijnlijk het langst leeft, heeft hetzelfde effect. De achterblijvende partner erft minder en er hoeft minder erfbelasting te worden betaald dan bij een gelijke verdeling (50%-50%).
Voorstel wetswijziging
Het kabinet wil genoemde constructie bestrijden. Het voorstel van het kabinet gaat echter veel verder dan het bestrijden van de aanpassingen van de huwelijksvoorwaarden inzake de huwelijksgoederengemeenschap of de verrekenbedingen in het zicht van overlijden van één van de partners. Het kabinet stelt namelijk voor om schenk- of erfbelasting te heffen bij elke ontbinding van een huwelijksgoederengemeenschap of bij elk toegepast verrekenbeding waarbij aan een partner meer toekomt dan de helft van de gemeenschap of de te verrekenen som. Hiermee worden dus niet alleen huwelijkse voorwaarden getroffen die gewijzigd zijn in het zicht van overlijden, maar alle huwelijkse voorwaarden waarvan het effect is dat er een ongelijke verdeling ontstaat.
Wat betekent de wetswijziging?
Als het voorstel ongewijzigd in de wet wordt opgenomen, betekent dit het volgende:
Als bij een overlijden een partner bij ontbinding van de huwelijksgemeenschap of bij uitvoering van een verrekenbeding meer krijgt toebedeeld dan de helft, wordt het meerdere gezien als verkrijging op grond van erfrecht. Afhankelijk van de hoogte en andere verkrijgingen, is de langstlevende partner hierover erfbelasting verschuldigd.
Als een partner bij een echtscheiding door ontbinding van de huwelijksgemeenschap of uitvoering van een verrekenbeding meer krijgt toebedeeld dan de helft, wordt het meerdere gezien als schenking. Afhankelijk van de hoogte en andere schenkingen is hierover schenkbelasting verschuldigd.
Terugwerkende kracht 18 april 2025
Hoewel het voorstel nog in een wetsvoorstel moet worden opgenomen en door de Tweede en Eerste Kamer moet worden goedgekeurd, wordt in het voorstel al wel rekening gehouden met onmiddellijke inwerkingtreding vanaf 18 april 2025, de datum waarop in de Voorjaarsnota 2025 de maatregel bekend werd.
Uitzonderingen
Alleen de volgende huwelijkse voorwaarden worden niet getroffen door de voorgestelde wetswijziging:
huwelijkse voorwaarden waarin al een ongelijke verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap is overeengekomen vóór 18 april 2025, en
huwelijkse voorwaarden waarin al een finaal verrekenbeding met ongelijke breukdelen is overeengekomen vóór 18 april 2025.
Let op! Alle huwelijkse voorwaarden die vanaf 18 april 2025 zijn aangegaan of gewijzigd, worden wel volledig door de maatregel getroffen. Dit is ook het geval als de huwelijkse voorwaarden vanaf 18 april 2025 op andere onderdelen dan de ongelijke verdeling worden aangepast. Door elke aanpassing van huwelijkse voorwaarden vanaf 18 april 2025 wordt dus de uitzonderingspositie opgeheven!
Het kabinet is van plan om een fiscale regeling te introduceren om de toegang tot talentvolle werknemers voor start-ups en scale-ups te verbeteren. De bedoeling is dat door een nieuwe fiscale regeling voor aandelenopties, medewerkersparticipatie wordt bevorderd en daarmee start-ups succesvoller kunnen doorgroeien naar scale-ups.
Belastingkorting aandelenopties
Het voorstel is om een belastingkorting in de loonbelasting te introduceren voor voordelen uit aandelenopties voor werknemers van start-ups en scale-ups. De belastingkorting wordt vormgegeven door de grondslag van de voordelen uit aandelenopties te beperken tot 65%, zodat over een lager voordeel belasting wordt geheven. Het doel is om het effectieve tarief uit te laten komen op de belastingheffing in box 2.
Uitstel belastingheffing aandelenopties
Het voorstel is om ook het moment van belastingheffing uit te stellen naar uiterlijk het moment waarop de aandelen – die verkregen zijn na uitoefening van de aandelenopties – worden verkocht. Op die manier hoeft er nog geen belasting betaald te worden als er nog geen geld beschikbaar is.
Vanaf 2027?
Het doel is om de regeling met ingang van 2027 in werking te laten treden. De regeling wordt op dit moment uitgewerkt tot een wetsvoorstel en is dus nog niet definitief. De Tweede Kamer wordt voor het zomerreces nader geïnformeerd.
Levert u goederen over de grens of verricht u diensten aan afnemers buiten Nederland, dan zult u zich moeten verdiepen in de mogelijke btw-verplichtingen in andere landen. Moet ik btw in rekening brengen? Welk tarief moet ik toepassen? Wie moet de btw afdragen? In welk land moet de btw worden betaald? Hoe moet ik betaalde btw terugvragen?
In deze advieswijzer wordt op hoofdlijnen nader ingegaan op btw-verplichtingen waarmee u te maken kunt krijgen als u zakendoet met het buitenland.
Waar en door wie is btw verschuldigd?
Om te bepalen waar – in Nederland of in het buitenland – btw verschuldigd is, is het essentieel om eerst vast te stellen waar de prestatie wordt verricht. Is dit in Nederland, dan heeft u te maken met Nederlandse btw-verplichtingen. Is dit in het buitenland, dan heeft u te maken met btw-verplichtingen in het buitenland.
Let op! De plaats waar u zich bevindt op het moment dat u een prestatie verricht, is lang niet altijd de plaats waar de prestatie verricht wordt voor de btw. Maak daarom niet de vergissing om automatisch aan te nemen dat bijvoorbeeld een dienst die u in Nederland verricht, ook daadwerkelijk in Nederland belast is.
De regels om vast te stellen waar de prestatie verricht wordt, zijn niet eenvoudig. Van belang is om in ieder geval onderscheid te maken tussen de levering van goederen en het verrichten van diensten. Voor beide categorieën gelden namelijk andere regels.
Tip! Bepalen de regels dat uw prestatie in het buitenland verricht wordt, dan hoeft u lang niet altijd in het buitenland ook daadwerkelijk btw te betalen. In veel gevallen kan namelijk binnen de EU een verleggingsregeling worden toegepast, waarbij u de btw kunt verleggen naar uw afnemer. Deze zal dan zorg moeten dragen voor de afdracht van de buitenlandse btw.
Levering van goederen
Levering van goederen aan een ondernemer in de EU
Bij levering van goederen aan een ondernemer in de EU zal over het algemeen sprake zijn van een intracommunautaire levering (ICL) tegen het 0% btw-tarief. Voorwaarde is dat de goederen vanuit Nederland naar een ander EU-land worden vervoerd en dat u over het btw-identificatienummer beschikt van de in dat EU-land gevestigde ondernemer.
Tip! U kunt het btw-identificatienummer van uw afnemer checken op deze site.
U berekent 0% btw, maar geeft deze levering wel aan (tegen 0% btw) in uw btw-aangifte en in uw opgaaf intracommunautaire prestaties. Uw buitenlandse afnemer verricht in het andere EU-land een intracommunautaire verwerving (ICV) en draagt daar de btw af tegen het daar geldende btw-tarief (maar kan deze btw over het algemeen in zijn aangifte ook weer in aftrek brengen).
Voorbeeld U levert goederen aan een ondernemer in Frankrijk met een Frans btw-identificatienummer. De goederen worden in verband met de levering vanuit Nederland naar Frankrijk vervoerd. Deze levering betreft een ICL. Voor de btw vindt de levering plaats in Nederland tegen het 0% btw-tarief. Uw Franse afnemer verricht in Frankrijk een ICV. Hij draagt de btw hierover in Frankrijk af tegen het daar geldende btw-tarief.
Levering van goederen aan particulieren in de EU vanaf 1 juli 2021
Vanaf 1 juli 2021 geldt een nieuwe EU-btw-richtlijn voor e-commerce en zijn er nieuwe regels voor de btw op afstandsverkopen aan consumenten en ondernemers die niet btw-plichtig zijn en die in andere lidstaten van de EU wonen.
Uniform drempelbedrag
Vanaf 1 juli 2021 geldt één uniform drempelbedrag van € 10.000 voor de levering van goederen aan consumenten in de EU buiten Nederland. Dit drempelbedrag geldt voor alle verkopen aan consumenten in de EU buiten Nederland, dus inclusief de verkoop van digitale diensten. Blijft de ondernemer onder het drempelbedrag, dan berekent hij het Nederlandse btw-tarief en doet hij hier aangifte. Het transport moet dan wel in Nederland beginnen.
Let op! Als de drempel van € 10.000 in enig jaar wordt overschreden, moet direct worden gestart met de berekening van buitenlandse btw en mag de drempel van € 10.000 niet langer worden gebruikt, ook niet in het volgende kalenderjaar.
Het nieuwe drempelbedrag van € 10.000 geldt niet per lidstaat, maar voor alle lidstaten tezamen. Alleen als het totaal van alle afstandsverkopen aan consumenten in alle andere lidstaten niet meer dan € 10.000 bedraagt, is de uitzondering van toepassing.
Het is ondernemers toegestaan te kiezen voor btw-heffing in het buitenland en dus geen gebruik te maken van het drempelbedrag van € 10.000. Deze keuze moet de ondernemer op tijd melden bij de Belastingdienst. De keuze gaat namelijk pas in op de eerste dag van het op de melding volgende kalenderkwartaal. Wil de ondernemer de keuze in laten gaan met ingang van de datum van de eerste digitale dienst of afstandsverkoop, dan moet de melding uiterlijk de 10e van de daaropvolgende maand bij de Belastingdienst binnen zijn. Keuze voor btw-heffing in het buitenland kan voordelig zijn als het btw-tarief op de prestaties lager ligt dan in Nederland en met de klant een prijs inclusief btw is afgesproken. Ook kan via de buitenlandse btw-aangifte de buitenlandse voorbelasting van dat land worden teruggevraagd. Uiteraard brengt het wel extra administratieve lasten met zich mee.
Let op! Voorgaande btw-regels gelden alleen als de goederen worden verzonden of vervoerd door of voor rekening van of door indirecte tussenkomst van de leverancier. Is uw situatie anders, dan kunnen andere btw-regels gelden. Neem voor bij twijfel over uw specifieke situatie contact met ons op.
Eénloketsysteem
Komen de afstandsverkopen boven het drempelbedrag uit of is vrijwillig gekozen om het drempelbedrag niet toe te passen, dan berekent de ondernemer de btw van het land waar de goederen heengaan. De ondernemer moet de btw daar ook afdragen en er aangifte doen. Hij kan echter ook kiezen voor een eenvoudig éénloketsysteem.
In dit éénloketsysteem kan de ondernemer de in andere EU-landen verschuldigde btw aangeven en afdragen bij de Nederlandse Belastingdienst. Hij moet zijn bedrijf dan aanmelden voor de ‘Unieregeling’ binnen het éénloketsysteem van de Belastingdienst. Zij zorgen dan dat de verschuldigde btw aan de diverse EU-landen wordt doorbetaald. Aanmelding kan via Mijn Belastingdienst Zakelijk.
Tip! Bij toepassing van de Unieregeling gelden voor facturering de Nederlandse btw-regels. Dit betekent dat u voor de afstandsverkopen niet verplicht bent om een factuur uit te reiken.
Via het éénloketsysteem kan geen voorbelasting worden teruggevraagd. Als er buitenlandse btw in rekening is gebracht, moet die worden teruggevraagd via een teruggaafverzoek buitenlandse btw. Het rechtstreeks terugvragen van buitenlandse btw kan wel als ervoor wordt gekozen om in het buitenland btw-aangifte te doen.
Ook niet-EU-ondernemers kunnen zich aanmelden. Hiervoor is een tussenpersoon verplicht. Die moet gevestigd zijn in het land waar de niet-EU-ondernemer zich wil aanmelden.
MOSS is OSS
Leveranciers van digitale e-commercediensten konden voor consumenten binnen de EU al gebruikmaken van een éénloketsysteem, het zogenaamde MOSS-systeem. Dit systeem is per 1 juli 2021 getransformeerd tot OSS en geldt dat dit gebruikt kan worden wanneer e-commercediensten en afstandsverkopen samen een omvang hebben van meer dan € 10.000 of wanneer vrijwillig is gekozen om het drempelbedrag niet toe te passen.
Levering van goederen aan een ondernemer of een particulier buiten de EU
Bij levering van goederen aan een ondernemer of een particulier buiten de EU, is sprake van export als de goederen naar een land buiten de EU worden vervoerd. Over export bent u 0% btw verschuldigd. Voorwaarde hiervoor is wel dat u kunt aantonen dat de goederen de EU hebben verlaten. U berekent 0% btw, maar geeft deze export wel aan (tegen 0% btw) in uw btw-aangifte.
Overige leveringen
Hiervoor zijn de hoofdregels voor de levering van goederen beschreven. Er zijn echter situaties denkbaar waarbij de regels anders uitwerken. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de levering van nieuwe of bijna nieuwe vervoermiddelen of aan ABC-leveringen. Dit zijn leveringen waarbij de goederen door A aan B worden verkocht en vervolgens door B aan C doorverkocht. De goederen worden echter rechtstreeks door A aan C geleverd. Denk ook aan het geval van dropshipping (webshop koopt en verkoopt door, maar de leverancier van de webshop vervoert of verzendt de goederen rechtstreeks naar de particulier die op de webshop bestelde). Voor deze situaties kunnen andere regels gelden.
Tip! Overleg altijd met onze adviseurs over de btw-regels die in uw specifieke situatie van toepassing zijn.
Verrichten van diensten
Diensten aan een ondernemer in de EU
Volgens de hoofdregel is de dienst aan een ondernemer uit een ander EU-land belast in het land van uw afnemer. U berekent dan geen Nederlandse, maar ook geen buitenlandse btw. U verlegt de btw namelijk naar uw afnemer en uw afnemer geeft de btw aan in zijn eigen land (tegen het daar geldende btw-tarief). U geeft de dienst wel aan in uw eigen btw-aangifte en uw opgaaf intracommunautaire prestaties.
Let op! Op deze hoofdregel gelden uitzonderingen. Bijvoorbeeld als de dienst betrekking heeft op onroerende zaken, het verlenen van toegang tot bepaalde evenementen, verhuur van een vervoermiddel voor een korte periode, personenvervoer of restaurant- of cateringdiensten. Laat u daarom altijd vooraf goed informeren door onze adviseurs over de btw-regels in uw eigen situatie.
Diensten aan een ondernemer buiten de EU
Diensten aan een ondernemer buiten de EU zijn over het algemeen belast in het land van uw afnemer. In de Nederlandse aangifte geeft u hiervan niets aan. Informeer in het land van uw afnemer aan welke verplichtingen u daar moet voldoen.
Diensten aan een particulier
Volgens de hoofdregel is de dienst aan een particulier in het buitenland belast in Nederland. U berekent hierover Nederlandse btw. Ook hier zijn echter vele uitzonderingen mogelijk, bijvoorbeeld bij een dienst met betrekking tot een onroerende zaak, bij vervoersdiensten, restaurantdiensten, bemiddelingsdiensten etc.
Ook voor bepaalde andere diensten, zoals reclame- of adviesdiensten die u verricht aan een particulier buiten de EU, gelden andere regels. Deze diensten zijn over het algemeen belast in het land waar uw particuliere afnemer gevestigd is.
Europese kleineondernemersregeling (KOR)
De kleineondernemersregeling (KOR) geldt voor ondernemers met een omzet tot € 20.000 per jaar die belast is met Nederlandse btw. Als u deelneemt aan de KOR, hoeft u aan uw afnemers geen btw in rekening te brengen. U kunt echter de door u betaalde btw ook niet aftrekken. De KOR is dan ook niet in alle situaties voordelig.
Vanaf 1 januari 2025 in het ook mogelijk de KOR aan te vragen voor EU-landen waar u zaken mee doet. U bepaalt zelf voor welke landen u de KOR aanvraagt. U hoeft daar dan ook geen btw-aangiftes te doen. Wel moet u ieder kwartaal aan de Nederlandse belastingdienst een overzicht verschaffen van de omzet die u in het kwartaal in de EU heeft behaald.
Eisen EU-KOR
Voor de EU-KOR is vereist dat uw hoofdvestiging in Nederland ligt. Uw omzet mag in alle EU-landen inclusief Nederland maximaal €100.000 bedragen. Ook geldt voor de deelnemers de nationale omzetgrens van het EU-land waar ze de vrijstelling willen toepassen. In Nederland bedraagt deze dus € 20.000.
Teruggaaf van in EU betaalde btw
Als u in 2024 als ondernemer ergens in de EU goederen en diensten heeft gekocht, kunt u de btw via de Nederlandse Belastingdienst terugvragen. U moet aan speciale formaliteiten voldoen en uw btw vóór 1 oktober 2025 terugvragen. Te laat teruggevraagde btw wordt mogelijk niet terugbetaald. Bij in de EU betaalde btw kunt u denken aan btw op getankte brandstof of bijvoorbeeld aan btw op een taxirit of een hotelovernachting tijdens een congres. Het gaat dus om alle btw op zakelijk aangeschafte goederen en diensten, door u of door een van uw medewerkers.
Inloggegevens
Als u btw wilt terugvragen, moet dat digitaal via de volgende site: eubtw.belastingdienst.nl/netp/. Daarvoor dient u over inloggegevens te beschikken. Vraagt uw adviseur de btw voor u terug, dan heeft u allebei inloggegevens nodig. Heeft u in een voorgaand jaar al btw teruggevraagd uit een EU-land, dan heeft u reeds inloggegevens en dient u die te gebruiken. U kunt geen nieuwe aanvragen, dus bel met de Belastingtelefoon als u ze kwijt bent. Is het de eerste keer dat u btw uit de EU terugvraagt, vraag dan inloggegevens aan via het formulier op de site van de Belastingdienst (www.belastingdienst.nl, zoekterm ‘aanvraag inloggegevens’). U moet dit formulier invullen, afdrukken en opsturen. Dit kan tot vier weken duren.
Indienen verzoek tot teruggave
Als u met uw gegevens bent ingelogd, kunt u een verzoek tot teruggave van betaalde btw indienen. Dit moet u per EU-land specificeren. Van de aangeschafte goederen en diensten moet u onder meer de factuurdatum en het factuurnummer invullen. Voor teruggave van de btw uit sommige landen moet u facturen meesturen; ook dit kan alleen digitaal. Let op! Uw verzoek om teruggave van in 2024 betaalde btw moet per land minstens € 50 aan btw betreffen en moet vóór 1 oktober 2025 ingediend worden. Onder deze drempel beslist het betreffende land zelf of het uw btw terugbetaalt. Grotere bedragen kunt u al in de loop van het kalenderjaar terugvragen, als het bedrag minstens € 400 per drie maanden is.
Tot slot
De btw-wetgeving is niet eenvoudig. Er gelden hoofdregels, maar het zijn met name de uitzonderingen hierop die het ingewikkeld maken. Bijna geen enkele situatie is echt standaard. Overleg daarom met onze adviseurs over de btw-regels voor uw eigen, specifieke situatie.
Disclaimer Hoewel bij de samenstelling van deze Advieswijzer de uiterste zorg is nagestreefd, wordt geen aansprakelijkheid aanvaard voor onvolledigheden of onjuistheden. Vanwege het brede en algemene karakter van de Advieswijzer, is deze niet bedoeld om alle informatie te verschaffen die noodzakelijk is voor het nemen van financiële beslissingen.
Wil je een onderneming starten, dan komt er veel op je af. Je krijgt te maken met tal van zaken die geregeld moeten worden en waar je aan moet voldoen. Een nieuwe site biedt hier inzicht en duidelijkheid in.
Nieuwe site
Deze nieuwe site is een initiatief van onder meer de KVK, Belastingdienst en het UWV. Je vindt de nieuwe website hier.
Uiteenlopende vragen
De website bestaat uit een vragenlijst. Deze is breed opgezet en bevat dan ook uiteenlopende vragen. Doordat de startende ondernemer zelf via antwoorden op vragen zijn persoonlijke en bedrijfssituatie schetst, worden de verplichtingen afgestemd op de specifieke situatie. De vragen hebben onder meer betrekking op de persoon van de startende ondernemer, de huidige werkomgeving, de sector waarin gestart gaat worden, de rechtsvorm en de te verkopen producten of diensten.
Gericht advies
Op basis van de antwoorden volgt een opsomming van regels waarmee je als starter te maken krijgt. Daarnaast worden adviezen verstrekt en wordt informatie gegeven waarmee je je voordeel kan doen.
Tip! Na invulling van de gevraagde gegevens volgt een opsomming van regels die van belang kunnen zijn. Je kunt dit overzicht opslaan om er later nogmaals gebruik van te kunnen maken.
Meer informatie
Afhankelijk van de input volgt ook een aantal verwijzingen naar sites waar meer informatie gevonden kan worden. Wordt bijvoorbeeld aangegeven dat reclame gemaakt gaat worden, dan volgt automatisch een verwijzing naar de regelgeving daaromtrent. Ook algemene informatie wordt aangereikt, zoals hulp bij het opstellen van algemene voorwaarden.