Met de vakantie in zicht en de zon in aantocht organiseren veel werkgevers voor hun personeel een bedrijfsuitje of gezellige bijeenkomst op kantoor. Wat zijn de mogelijkheden hiervoor binnen de werkkostenregeling dit jaar?

Horeca

Wel of niet op de werkplek?

Voor het antwoord op die vraag is om te beginnen van belang waar de activiteit gehouden wordt. Vindt het bedrijfsuitje plaats op de werkplek – u organiseert bijvoorbeeld een borrel of barbecue in uw lunchruimte of op uw parkeerterrein dat hoort bij uw kantoor –, dan gelden andere regels dan als het bedrijfsuitje elders plaatsvindt.

Let op! De werkplek is een ruim begrip en omvat alle plekken die in verband met het verrichten van arbeid worden gebruikt waarvoor u als werkgever op grond van de Arbowet verantwoordelijk voor bent, zoals uw magazijn, kantine en parkeerterrein of fietsenstalling op het bedrijfsterrein.

Werkplek: consumpties vrij en maaltijd belast

Verstrekt u consumpties tijdens het feestje op de werkplek, zoals frisdrank of een biertje met wat borrelhapjes, dan zijn deze onbelast voor de loonheffingen. Verstrekt u tijdens uw personeelsfeestje echter ook een maaltijd, zoals een barbecue, dan is de maaltijd voor het normbedrag van € 3,90 (2024) per persoon belast voor de loonheffingen. Wilt u niet dat uw personeel zelf over die maaltijd belasting moet betalen, dan kunt u de maaltijd ook onderbrengen in de vrije ruimte van de werkkostenregeling (WKR).

Let op! Of de maaltijd bij onderbrenging in de vrije ruimte van de WKR onbelast is, is afhankelijk van alle andere zaken die u hier in 2024 onderbrengt en de hoogte van de vrije ruimte. De vrije ruimte bedraagt in 2024 1,92% van de loonsom tot € 400.000, plus 1,18% over het meerdere. Overschrijdt u de vrije ruimte, dan moet u 80% belasting betalen over het meerdere boven de vrije ruimte.

Niet op de werkplek: consumpties en maaltijden belast

Bij een bedrijfsuitje dat niet op de werkplek plaatsvindt, zoals een bezoekje aan bijvoorbeeld een pretpark of een barbecue bij een horecagelegenheid, is de waarde ervan volledig belast voor de loonheffingen. Dit betekent dat uw werknemer loonheffingen moet betalen over de kosten van entree, de consumpties, de maaltijd en de reis ernaartoe, als hiervoor bijvoorbeeld een bus wordt gehuurd. U moet dan uitgaan van het factuurbedrag inclusief btw.

Wilt u uw personeel hiervoor niet zelf belasten, dan kunt u ook de kosten van een dergelijk uitje onderbrengen in de vrije ruimte van de WKR. Dit zal echter al snel in de papieren lopen, dus houdt hier de vrije ruimte goed in de gaten. Bij overschrijding van de vrije ruimte betaalt u 80% eindheffing over de overschrijding.

Let op! Bij een uitje dat niet plaatsvindt op de werkplek, wordt een maaltijd belast tegen de werkelijke kosten en kunt u dus niet uitgaan van het normbedrag van € 3,90.

Kosten partners en kinderen werknemers

Mag uw personeel bij het bedrijfsuitje ook de partner of zelfs de kinderen meebrengen? Dan moet u bij een feestje op de werkplek waarbij ook een maaltijd verstrekt wordt, ook voor de partners en kinderen € 3,90 per persoon in aanmerking nemen voor de maaltijd. Betaalt de werknemer de loonheffing, dan wordt de € 3,90 voor de partner en de kinderen bij de werknemer meegenomen. Wijst u het feestje toe aan de vrije ruimte van de WKR, dan komt dus voor elke partner en kind ook € 3,90 ten laste van de vrije ruimte.

Vindt het bedrijfsuitje niet op de werkplek plaats, dan betaalt de werknemer ook loonheffing over het aandeel van de partner en kinderen in de kosten. Als u de kosten toewijst aan de vrije ruimte van de WKR, moet u alle kosten toewijzen. U mag dus niet de kosten van de partner en kinderen daarvan uitsluiten.

Dga

De dga die op de loonlijst van de werkmaatschappij staat, loopt gewoon mee in de hiervoor beschreven regels. Een dga is immers ook een werknemer.

Dat is anders voor de dga die in zijn holding op de loonlijst staat en via een managementovereenkomst door de holding te werk is gesteld in de werkmaatschappij. Voor deze dga hoeft de werkmaatschappij geen rekening te houden met € 3,90 voor de maaltijd van het feestje op de werkplek. In plaats daarvan moet de dga in de holding loonheffing betalen over deze € 3,90. De holding kan er ook voor kiezen deze € 3,90 onder te brengen in de vrije ruimte van de WKR in de holding.

Tip! Vindt het bedrijfsuitje plaats buiten de werkplek? Dan hoeft het aandeel van de dga die niet op de loonlijst van de werkmaatschappij staat niet meegenomen te worden in de werkmaatschappij. In plaats daarvan moet de dga in de holding loonheffing betalen over dit aandeel. Maar ook hier kan de holding ervoor kiezen dit aandeel onder te brengen in de vrije ruimte van de WKR in de holding.

Er wordt een code naar uw e-mailadres gestuurd. Om in te loggen vult u deze code in de volgende stap in.



E-mailadres is niet correct


Is uw kantoor wel lid, maar heeft u nog geen account? Klik hier om een account aan te vragen.

Bij een schenking is door de ontvanger ervan schenkbelasting verschuldigd. Bij een schenking ‘vrij van recht’ spreken schenker en ontvanger af dat de schenker deze belasting voor zijn rekening neemt. De Belastingdienst heeft bekendgemaakt welke effecten dit kan hebben op het vermogen en dus de verschuldigde belasting in box 3.

Sparen

Geen belastingschuld van schenker

De aanslag schenkbelasting wordt altijd opgelegd aan de ontvanger van de schenking. Dit is ook het geval als u als schenker de schenkbelasting voor uw rekening neemt bij een schenking vrij van recht.

Belastingschulden mag u in principe niet in aftrek brengen op uw vermogen in box 3, maar dat geldt niet voor de schenkbelasting die u op 1 januari nog moet betalen met betrekking tot een schenking van het voorgaande jaar. Dat u de schenkbelasting betaalt, is namelijk niet te beschouwen als een belastingschuld van u, maar als een schuld aan de ontvanger van uw schenking.

Schuld aftrekbaar in box 3

Het gevolg is dat de nog te betalen schenkbelasting bij u als schuld meetelt in box 3. Anderzijds telt bij de ontvanger van de schenking echter deze schuld ook mee in box 3 en wel als overige bezitting.

Let op! Vorderingen en schulden tussen fiscale partners en vorderingen van minderjarige kinderen op hun ouders en de daarmee corresponderende schulden van die ouders worden sinds 2023 tegen elkaar weggestreept en dus genegeerd in box 3. In zo’n geval worden ook de schuld en de vordering die ontstaan door de schenking vrij van recht niet in box 3 meegenomen.

Nog geen aanslag opgelegd, wat nu?

Het voorgaande is ook van toepassing als de ontvanger van de schenking uiterlijk acht weken voor het einde van het kalenderjaar de aangifte schenkbelasting heeft ingediend. Het kan zijn dat, ondanks de tijdige indiening van de aangifte,  op 1 januari van het jaar volgend op het jaar van schenking toch nog geen (voorlopige) aanslag schenkbelasting is opgelegd. Of dat die (voorlopige) aanslag wel is opgelegd, maar dusdanig laat dat de schenkbelasting redelijkerwijs niet vóór 1 januari betaald kan worden.

Ook in die situaties mag u de nog te betalen schenkbelasting als schuld meetellen in box 3, en dient de ontvanger hetzelfde bedrag op te nemen als overige bezitting in box 3.

Onder voorwaarden extra aftrek bij ontvanger

In die situatie mag de ontvanger van de schenking het bedrag van de te betalen schenkbelasting ook in aftrek brengen op zijn banktegoeden in box 3. Let wel, dit mag dus alleen als de aangifte schenkbelasting uiterlijk acht weken voor het eind van het jaar van schenking is ingediend en de Belastingdienst de (voorlopige) aanslag schenkbelasting zodanig laat oplegt dat deze redelijkerwijs niet meer vóór 1 januari van op het jaar van schenking volgende jaar betaald kan worden.

Let op!

Door deze extra aftrek kunnen de banktegoeden in box 3 niet minder worden dan nul.

Tip!

Deze aftrek van de te betalen schenkbelasting van de banktegoeden geldt ook bij vorderingen en schulden tussen fiscale partners of tussen ouders en minderjarige kinderen, hoewel de schuld en vordering zelf dan in box 3 tegen elkaar weggestreept en dus genegeerd worden.

Als u uw auto langere tijd niet gebruikt, kunt u het kenteken laten schorsen. Kan dit een naheffing motorrijtuigenbelasting opleveren als het een auto betreft waarvoor u gebruikmaakt van de overgangsregeling oldtimers (OVR) of een vrijgestelde auto en u de auto tóch gebruikt?

Auto

Kenteken schorsen

Als u van een auto het kenteken laat schorsen, mag u deze auto niet op de openbare weg gebruiken (ook niet parkeren). Het voordeel is dat u tijdens de schorsingsperiode geen mrb (motorrijtuigenbelasting) hoeft te betalen, de auto niet hoeft te laten keuren en te verzekeren. Schorsing komt vaak voor bij langdurige afwezigheid.

Overgangsregeling oldtimers (OVR)

Binnen de mrb bestaat een aparte regeling voor oldtimers die nog geen 40 jaar oud zijn. Voor deze auto’s betaalt u minder mrb. U mag dan echter met de auto in de maanden januari, februari en december geen gebruikmaken van de openbare weg.

Naheffing mogelijk?

De vraag is of een naheffing mrb mogelijk is als met een geschorste auto waarvoor gebruik wordt gemaakt van de OVR, toch gebruik wordt gemaakt van de weg. Bepalend hiervoor is in welke maand dit gebruik plaatsvindt. Is dit in de maanden april tot en met november, dan is geen naheffing mogelijk. De mrb moet namelijk al voor het kalenderjaar zijn betaald en teruggave bij schorsing is niet mogelijk. Omdat de mrb al voldaan is, is geen naheffing mogelijk. Dit is anders als de auto in de maanden januari, februari of december is gebruikt. Dan wordt namelijk niet voldaan aan de voorwaarden en is een naheffing wel mogelijk.

Vrijgesteld voertuig

Voor sommige voertuigen bestaat een vrijstelling van mrb. Dat zijn bijvoorbeeld oldtimers van 40 jaar en ouder, politieauto’s en vuilniswagens. Als een dergelijk voertuig geschorst is terwijl er wel gebruik wordt gemaakt van de weg, leidt dit volgens de Belastingdienst niet tot een naheffing mrb. Er is immers geen belasting verschuldigd. 
Alhoewel dit niet expliciet is bevestigd, lijkt dit ook te gelden voor nulemissieauto’s. Daarvoor is men in de basis immers ook geen mrb verschuldigd. Het is in deze situatie echter onduidelijkheid of een boete (€ 50) ook achterwege blijft.

Let op! De schorsing van een kenteken voorkomt dus de heffing van mrb. Maar de schorsing voorkomt niet per definitie de bijtelling voor privégebruik. Met een schorsing wordt de geldigheid van het kenteken tijdelijk opgeheven, maar de auto blijft in beginsel wel ter beschikking staan aan de berijder.

Er wordt een code naar uw e-mailadres gestuurd. Om in te loggen vult u deze code in de volgende stap in.



E-mailadres is niet correct


Is uw kantoor wel lid, maar heeft u nog geen account? Klik hier om een account aan te vragen.