De Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing (ISDE) wordt vanaf 2026 op een aantal punten gewijzigd. We zetten de belangrijkste wijzigingen op een rij.

Zonnepanelen

Let op! De wijzigingen gelden voor de ISDE in 2026 die u in 2026 kunt aanvragen vanaf 5 januari, 12:00 uur. Vraagt u de ISDE in 2025 nog aan, dan gelden nog de bestaande huidige voorwaarden.

Bij isolatie ook subsidie voor ventilatie 

Als u isolatiemaatregelen combineert met energiezuinige ventilatietechnieken, kunt u hiervoor vanaf 2026 € 400 subsidie krijgen. Een voorbeeld is een afzuigventilator met minstens twee sensoren. U dient de subsidie binnen twee jaar na de isolatiemaatregel aan te vragen, maar kunt deze ook tegelijk aanvragen.

Wijziging subsidie lucht-waterwarmtepompen

Investeert u in meer dan één lucht-waterwarmtepomp, dan krijgt u hiervoor minder subsidie. U krijgt voor deze pompen dan alleen nog het subsidiebedrag van € 225 per kW. Voor de eerste krijgt u door een verhoging van het startbedrag naar € 1.250, € 225 meer subsidie. Ook krijgt u voor de eerste lucht-waterwarmtepomp al vanaf de eerste kW € 225 in plaats van vanaf de tweede kW.

Let op! Om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen, mogen bepaalde lucht-waterwarmtepompen vanaf 2026 niet meer worden verkocht. Ook de subsidie voor deze pompen komt te vervallen.

Let op! Zakelijke gebruikers hoeven vanaf 2026 bij aanschaf van een lucht-warmtepomp geen bewijs meer op te sturen dat de aardgasmeter is verwijderd. Een bevestiging van de netbeheerder is voldoende.

Nieuwe berekening milieu-impact isolatiemateriaal

Voor ‘biobased’, ofwel milieuvriendelijk isolatiemateriaal, krijgt u extra subsidie. De manier waarop de milieuvriendelijkheid berekend wordt, gaat per 2026 veranderen. 

Overige wijzigingen 

  • Vervangt u bij het plaatsen van isolerend glas ook uw kozijnen, dan worden geen eisen meer gesteld aan de isolatiewaarde.
  • Plaatst u glas in een monumentenwoning, dan wordt de isolatiewaarde versoepeld. Daardoor kunt u ook subsidie krijgen bij voor- of achterzetbeglazing.
  • De voorwaarden voor het isolatiemateriaal bij bodemisolatie worden verruimd.
  • Bij een aansluiting op het warmtenet hoeft u geen bewijs meer op te sturen dat de aardgasmeter is weggehaald. Een bevestiging hiervan van de netbeheerder, is voldoende.  

Aanvragen 

U vraagt de ISDE aan bij Subsidie-loket.nl. Daar vindt u ook meer informatie over de mogelijkheden en de voorwaarden voor uw aanvraag. 

Tot 2024 bestond er een speciale vrijstelling in de schenkbelasting ten behoeve van de eigen woning. Deze vrijstelling, ook wel bekend als jubelton, kon niet of maar deels worden toegepast als in het verleden al gebruik was gemaakt van een verhoogde vrijstelling in de schenkbelasting. Het herroepen van een dergelijke schenking is echter alleen onder voorwaarden mogelijk.

Overheid

Jubelton 

De verhoogde vrijstelling voor de eigen woning was met name bedoeld om de toegang voor jongeren tot de woningmarkt te vergemakkelijken. De vrijstelling bedroeg bij aanvang € 100.000. Om oneigenlijk gebruik tegen te gaan, kende de vrijstelling een aantal strenge voorwaarden.  

Vervallenverklaring 

In een zaak die onlangs speelde voor het gerechtshof ’s-Hertogenbosch, wilde een belastingplichtige gebruikmaken van de volledige schenkvrijstelling voor de eigen woning. Ze had in het verleden echter al gebruikgemaakt van de eenmalige verhoogde schenkvrijstelling (in 2025 is dit € 32.195). Daardoor zou ze de vrijstelling voor de eigen woning nog maar deels kunnen gebruiken. Om dit te voorkomen hadden belastingplichtige en haar ouders besloten de eerdere schenking te laten vervallen door middel van een vervallenverklaring.

Schuldigerkenning 

De ouders hadden het bedrag destijds geschonken onder schuldigerkenning. De dochter kreeg de schenking dus alleen op papier en nog niet in handen. Het bedrag van de schenking zou pas bij overlijden van de ouders opeisbaar zijn. Tot die tijd zou er over het bedrag rente verschuldigd zijn.

Vervallenverklaring niet effectief

Voor het gerechtshof bleek dat de vervallenverklaring helaas niet effectief was. Het Hof overwoog dat het herroepen van een schenkingsovereenkomst waarvan een notariële akte is opgemaakt, alleen mogelijk is als in de akte de bevoegdheid tot herroeping is bedongen. Dit bleek niet het geval te zijn. Dat er over het geleende bedrag – ondanks de afspraak – hierover geen rente was betaald, betekende evenmin dat de schenking was ontbonden. 

Standpunt kennisgroep 

Belastingplichtige wees ook nog op het feit dat de Belastingdienst in een standpunt had aangegeven dat in de omschreven situatie wel een beroep op de volledige vrijstelling kon worden gedaan. Het Hof ging in deze redenering echter niet mee, omdat de betreffende situatie afweek van die zoals door de kennisgroep van de Belastingdienst was omschreven. De schenking was hier namelijk niet aangegaan met de mogelijkheid van herroeping en evenmin onder een ontbindende voorwaarde. Het Hof stelde de inspecteur dan ook in het gelijk en besliste dat er geen recht bestond op de volledige vrijstelling. 

De Tweede Kamer wil dat de accijnskorting op fossiele brandstoffen in 2026 lager wordt. Dit betekent dat u aan de pomp waarschijnlijk meer gaat betalen.

Tankstation

Accijnskorting

De Tweede Kamer heeft een voorstel tot wetswijziging aan genomen om de brandstofaccijnskorting in 2026 met € 448 miljoen te verlagen. In plaats van een totale accijnskorting van € 1.716 miljoen, wordt de korting daardoor € 1.268 miljoen. De verlaging van de brandstofaccijnskorting wordt evenredig over benzine, diesel en LPG verdeeld (zie onderstaande tabel).

 Accijns 2026 (euro per liter)  Benzine  Diesel  LPG
 Oorspronkelijke voorstel  € 0,7891  € 0,5163  € 0,1862
 Na wetswijziging Tweede Kamer  € 0,8447  € 0,5523  € 0,1993
 Verschil (hogere accijns)  € 0,0556  € 0,036  € 0,0131

Al met al wordt de accijns op benzine door dit voorstel ongeveer 5,5 eurocent hoger, de accijns op diesel 3,6 eurocent en op LPG 1,3 eurocent.

Vrijgekomen budget naar OV

De Tweede Kamer wil dat het vrijgekomen budget wordt ingezet om bezuinigen op en verschraling van het OV te voorkomen.

Let op! Het voorstel tot wetswijziging is nog niet definitief. De Eerste Kamer moet hier namelijk ook nog mee instemmen.

Alle pensioenregelingen moeten per uiterlijk 2028 aangepast zijn aan de Wet toekomst pensioenen (Wtp). Het uitgangspunt is dan een flatratepremie die voor iedereen gelijk is. Omdat het op te bouwen pensioen vanaf 2028 dan lager kan zijn dan het pensioen dat onder de bestaande regeling zou zijn opgebouwd, moet er – als dat het geval is – een ‘adequate compensatie’ worden gegeven.

Sparen

Adequate compensatie

Deze compensatie voorziet dus in de gemiste pensioenopbouw in de toekomst. Dit speelt met name bij bedrijfstakpensioenfondsen, omdat zij werken met een doorsneepremie. Daarbij betaalt iedereen evenveel, maar omdat jongeren een langere beleggingshorizon hebben, subsidiëren zij feitelijk de oudere werknemers. Vanaf ongeveer 45 jaar is het kantelpunt.

Actieve 45-plusser

De 45-plussers moeten dus bij de overgang naar de Wtp gecompenseerd worden. Deze compensatie wordt vaak betaald uit de buffer van het pensioenfonds. Deze compensatie wordt dan betaald op het moment dat het fonds invaart en wordt alleen betaald aan actieve werknemers. 

Let op! Zogenaamde slapers krijgen dus geen compensatie. Zij bouwen immers geen pensioen meer op en kunnen er dan ook niet op achteruitgaan met de overstap naar de Wtp.

Vrije markt

Ook werkgevers in de vrije markt moeten compenseren als zij overstappen naar de Wtp. Als zij voor bestaande werknemers echter de huidige beschikbare premiestaffel houden, is er uiteraard geen sprake van een mogelijke achteruitgang en hoeft er niet gecompenseerd te worden. Nieuwe werknemers na 2028 krijgen gewoon de nieuwe flatrate en hoeven ook niet gecompenseerd te worden.

Pensioen of loon

De compensatie kan op drie manieren:

  • In de vorm van extra pensioen gedurende maximaal tien jaar;
  • 3% boven op de maximale 30%-premie;
  • In de vorm van extra loon. 

Als de compensatie in de vorm van pensioen gaat, krijgen – dat moet – ook nieuwe werknemers deze compensatie. In sommige situaties bestaat de compensatie zowel uit een deel vanuit het fonds op het moment van invaren, als in de toekomst uit een deel door de werkgever betaald.

Ontslag of reorganisatie?

Van belang is dus vooral of een werknemer in dienst is op het moment dat de compensatie wordt gegeven. Bij ontslag – krijgen of nemen – of in geval van een reorganisatie moet dan ook goed rekening worden gehouden met de compensatie sec en het moment dat deze wordt gegeven. Als een werknemer op 1 december uit dienst gaat en het fonds vaart per 1 januari daarna in, dan krijgt hij niets. Zou het ontslag pas per 1 februari zijn, dan wel. 

Let op! Werkt u met zzp’ers, dan is het ook hiervoor van belang te weten of er sprake is van schijnzelfstandigheid of niet.

Werkgevers moeten dan ook goed communiceren om niet aansprakelijk te zijn. Werknemers – en hun adviseurs/vakbonden – moeten alert zijn op de afspraken, rekening houdend met de keuzes van het betrokken pensioenfonds. Van de meeste pensioenfondsen is inmiddels bekend wanneer zij gaan invaren en ook wat de eventuele compensatie is.

Let op! Als deze datum wordt uitgesteld, moet goed onderzocht worden wat de gevolgen zijn en wie daarvoor verantwoordelijk is.

Een van de voorwaarden voor het recht op toeslagen is dat de ontvanger ervan over niet te veel vermogen mag beschikken. Deze zogenaamde vermogenstoets geldt alleen niet voor de kinderopvangtoeslag. Een aantal specifieke vermogensbestanddelen is van de vermogenstoets uitgezonderd. Vanaf 2026 wordt dit aantal uitgebreid.

Portemonnee

Vermogenstoets

Voor de zorgtoeslag en het kindgebonden budget is voor 2025 bepaald dat geen recht op deze toeslagen bestaat als de ontvanger ervan meer dan € 141.896 aan vermogen bezit. Heeft de ontvanger een toeslagpartner, dan mag het gezamenlijke vermogen niet meer zijn dan € 179.429. Voor de huurtoeslag geldt een maximaal vermogen van € 37.395, met een partner geldt een maximum van € 74.790. Genoemde maxima worden jaarlijks geïndexeerd.

Uitzonderingen

Op de vermogenstoets geldt voor een aantal vermogensbestanddelen een uitzondering, vanuit de gedachte dat het niet rechtvaardig zou zijn als het bezit van dergelijk vermogen aan een toeslag in de weg zou staan. Denk bijvoorbeeld aan de financiële ondersteuning die zorgmedewerkers ontvingen in verband met langdurige post-COVID klachten. Afhankelijk van het vermogensbestanddeel geldt een uitzondering voor drie of tien jaar.

Nieuwe uitzonderingen

Aan de lijst met uitzonderingen worden met ingang van 2026 twee nieuwe uitzonderingen toegevoegd. Dit betreft tegemoetkomingen die zijn uitgekeerd aan nabestaanden van een gedupeerde overleden aanvrager.

De andere nieuwe uitzondering betreft de wettelijke rente die uitkerende instanties verschuldigd zijn als een uitgezonderde uitkering niet tijdig wordt uitbetaald. Deze uitzondering geldt voor de periode die ook geldt voor het betreffende uitgezonderde vermogensbestanddeel.