De overdrachtsbelasting kent een vrijstelling voor personen tussen de 18 en 35 jaar. Die vrijstelling is geen vorm van ongeoorloofde discriminatie, aldus het Hof Den Bosch. Er is immers sprake van een gerechtvaardigde doelstelling van de wetgever. Bovendien bestaat er een redelijke verhouding tussen de maatregel en het te bereiken doel.

Woning

Vrijstelling overdrachtsbelasting

Bij aankoop van een pand is in beginsel overdrachtsbelasting verschuldigd. Wel bestaat er een vrijstelling voor personen tussen 18 en 35 jaar die deze vrijstelling nog niet eerder hebben toegepast en een woning kopen met een prijs van maximaal € 510.000 (2024). Daarbij is vereist dat de woning na verkrijging anders dan ‘tijdelijk als hoofdverblijf’ gebruikt gaat worden.

Leeftijdsdiscriminatie?

In de betreffende rechtszaak stelde een belastingplichtige dat er sprake was van ongeoorloofde leeftijdsdiscriminatie. De man was van mening dat er geen rechtvaardige redenen bestonden om personen ouder dan 35 jaar, de man was 38 jaar oud, van de vrijstelling uit te sluiten. Dit argument werd op grond van de motieven van de wetgever echter verworpen.

Koopstarters helpen

De wetgever wist op grond van onderzoek dat zo’n 70% van de personen die voor het eerst een woning kopen, jonger is dan 35 jaar. Om deze zogenaamde koopstarters te kunnen helpen, is hen de vrijstelling van overdrachtsbelasting toebedeeld. De wetgever heeft hiervoor – mede gelet op de uitvoerbaarheid – dan ook voor mogen kiezen, aldus het Hof.

Geen individuele en buitensporige last

Het Hof verwierp ook het standpunt dat er sprake was van een individuele en buitensporige last. De overdrachtsbelasting is namelijk voor iedereen in vergelijkbare omstandigheden gelijk. Ook had de belastingplichtige ervoor kunnen kiezen geen overdrachtsbelasting te betalen door de woning eenvoudig niet te kopen. Zijn beroep slaagde dan ook niet.

De overdrachtsbelasting kent een vrijstelling voor personen tussen de 18 en 35 jaar. Die vrijstelling is geen vorm van ongeoorloofde discriminatie, aldus het Hof Den Bosch. Er is immers sprake van een gerechtvaardigde doelstelling van de wetgever. Bovendien bestaat er een redelijke verhouding tussen de maatregel en het te bereiken doel.

Woning

Vrijstelling overdrachtsbelasting

Bij aankoop van een pand is in beginsel overdrachtsbelasting verschuldigd. Wel bestaat er een vrijstelling voor personen tussen 18 en 35 jaar die deze vrijstelling nog niet eerder hebben toegepast en een woning kopen met een prijs van maximaal € 510.000 (2024). Daarbij is vereist dat de woning na verkrijging anders dan ‘tijdelijk als hoofdverblijf’ gebruikt gaat worden.

Leeftijdsdiscriminatie?

In de betreffende rechtszaak stelde een belastingplichtige dat er sprake was van ongeoorloofde leeftijdsdiscriminatie. De man was van mening dat er geen rechtvaardige redenen bestonden om personen ouder dan 35 jaar, de man was 38 jaar oud, van de vrijstelling uit te sluiten. Dit argument werd op grond van de motieven van de wetgever echter verworpen.

Koopstarters helpen

De wetgever wist op grond van onderzoek dat zo’n 70% van de personen die voor het eerst een woning kopen, jonger is dan 35 jaar. Om deze zogenaamde koopstarters te kunnen helpen, is hen de vrijstelling van overdrachtsbelasting toebedeeld. De wetgever heeft hiervoor – mede gelet op de uitvoerbaarheid – dan ook voor mogen kiezen, aldus het Hof.

Geen individuele en buitensporige last

Het Hof verwierp ook het standpunt dat er sprake was van een individuele en buitensporige last. De overdrachtsbelasting is namelijk voor iedereen in vergelijkbare omstandigheden gelijk. Ook had de belastingplichtige ervoor kunnen kiezen geen overdrachtsbelasting te betalen door de woning eenvoudig niet te kopen. Zijn beroep slaagde dan ook niet.

Met een zogenaamde cafetariaregeling kunnen uw werknemers brutoloon onder voorwaarden belastingvrij ruilen voor een netto vergoeding. Dat is, ook onder voorwaarden, mogelijk zonder dat het u als werkgever extra geld kost. De Belastingdienst heeft dat onlangs bevestigd.

Zonnepanelen

Cafetariaregeling

Met een zogenaamde cafetariaregeling kunt u vastleggen dat werknemers brutoloon ruilen voor een vergoeding voor bepaalde in die regeling vastgelegde doelen. Als voor zo’n doel een gerichte vrijstelling voor de loonheffingen geldt, kan die ruil zonder belastingheffing plaatsvinden. Uw werknemer kan dan het gehele geruilde bedrag voor het doel inzetten.

Let op! Voor de meeste doelen zal echter geen gerichte vrijstelling bestaan. De ruil zal dan niet zonder meer belastingvrij kunnen. U moet dan dus eerst gewoon loonheffing inhouden op het geruilde bedrag voordat dit voor het doel gebruikt kan worden. In feite ruilt de werknemer dan zijn nettoloon. Daar schiet een werknemer dan dus niet veel mee op.

Gebruik vrije ruimte

Als u het uitgeruilde doel echter kunt aanwijzen als eindheffingsloon in de vrije ruimte van de werkkostenregeling, kan de uitruil wel belastingvrij plaatsvinden. In zo’n geval kan de werknemer dus wel het brutobedrag geheel inzetten voor het doel.

Kostenneutraal

Bij aanwijzen als eindheffingsloon in de vrije ruimte is dit voor de werknemers weliswaar belastingvrij, maar kunt u als werkgever toch tegen belastingen aanlopen. Dit is het geval als het totaal van vergoedingen, verstrekkingen en ter beschikkingstellingen dat u aanwijst in de vrije ruimte in een jaar hoger is dan het bedrag van uw vrije ruimte. In zo’n geval betaalt u 80% eindheffing over het meerdere.

Tip! De Belastingdienst heeft nu goedgekeurd dat u bij de uitruil van brutoloon in een cafetariaregeling hiermee rekening houdt. U kunt dus met uw werknemer afspreken dat u een lager bedrag uitruilt, zodat de uitruil ook voor u als werkgever kostenneutraal verloopt.

Voorbeeld
In een aan de Belastingdienst voorgelegde casus wilde een werknemer met een brutomaandloon van € 3.000 onder de cafetariaregeling € 600 uitgeven voor het leasen van zonnepanelen. De werkgever had uitgerekend dat de werknemer hiervoor € 740 brutoloon moest inleveren om dit kostenneutraal te laten verlopen voor de werkgever. Bij inleveren van € 740 brutoloon en ontvangst van een nettovergoeding van € 600 in ruil daarvoor, hield de werknemer netto € 171 meer over dan zonder de ruil.

De Belastingdienst had geen probleem met deze ruil waarin de werkgever in feite gecompenseerd werd om het een en ander voor de werkgever kostenneutraal te houden.

Gebruikelijk

In dit voorbeeld wees de werkgever per werknemer in totaal niet meer dan € 2.400 als eindheffingsloon in de vrije ruimte. Om die reden ontstond er ook geen conflict met het zogenaamde gebruikelijkheidscriterium waaraan een aanwijzing in de vrije ruimte moet voldoen.

Let op! Wilt u ook een cafetariaregeling binnen uw onderneming waarbinnen uw werknemers op eigen initiatief brutoloon ruilen voor een nettovergoeding zonder dat dit voor u tot een kostenstijging leidt? Neem dan contact op met één van onze adviseurs. Samen kunnen we dan beoordelen welke mogelijkheden er zijn.

Met een zogenaamde cafetariaregeling kunnen uw werknemers brutoloon onder voorwaarden belastingvrij ruilen voor een netto vergoeding. Dat is, ook onder voorwaarden, mogelijk zonder dat het u als werkgever extra geld kost. De Belastingdienst heeft dat onlangs bevestigd.

Zonnepanelen

Cafetariaregeling

Met een zogenaamde cafetariaregeling kunt u vastleggen dat werknemers brutoloon ruilen voor een vergoeding voor bepaalde in die regeling vastgelegde doelen. Als voor zo’n doel een gerichte vrijstelling voor de loonheffingen geldt, kan die ruil zonder belastingheffing plaatsvinden. Uw werknemer kan dan het gehele geruilde bedrag voor het doel inzetten.

Let op! Voor de meeste doelen zal echter geen gerichte vrijstelling bestaan. De ruil zal dan niet zonder meer belastingvrij kunnen. U moet dan dus eerst gewoon loonheffing inhouden op het geruilde bedrag voordat dit voor het doel gebruikt kan worden. In feite ruilt de werknemer dan zijn nettoloon. Daar schiet een werknemer dan dus niet veel mee op.

Gebruik vrije ruimte

Als u het uitgeruilde doel echter kunt aanwijzen als eindheffingsloon in de vrije ruimte van de werkkostenregeling, kan de uitruil wel belastingvrij plaatsvinden. In zo’n geval kan de werknemer dus wel het brutobedrag geheel inzetten voor het doel.

Kostenneutraal

Bij aanwijzen als eindheffingsloon in de vrije ruimte is dit voor de werknemers weliswaar belastingvrij, maar kunt u als werkgever toch tegen belastingen aanlopen. Dit is het geval als het totaal van vergoedingen, verstrekkingen en ter beschikkingstellingen dat u aanwijst in de vrije ruimte in een jaar hoger is dan het bedrag van uw vrije ruimte. In zo’n geval betaalt u 80% eindheffing over het meerdere.

Tip! De Belastingdienst heeft nu goedgekeurd dat u bij de uitruil van brutoloon in een cafetariaregeling hiermee rekening houdt. U kunt dus met uw werknemer afspreken dat u een lager bedrag uitruilt, zodat de uitruil ook voor u als werkgever kostenneutraal verloopt.

Voorbeeld
In een aan de Belastingdienst voorgelegde casus wilde een werknemer met een brutomaandloon van € 3.000 onder de cafetariaregeling € 600 uitgeven voor het leasen van zonnepanelen. De werkgever had uitgerekend dat de werknemer hiervoor € 740 brutoloon moest inleveren om dit kostenneutraal te laten verlopen voor de werkgever. Bij inleveren van € 740 brutoloon en ontvangst van een nettovergoeding van € 600 in ruil daarvoor, hield de werknemer netto € 171 meer over dan zonder de ruil.

De Belastingdienst had geen probleem met deze ruil waarin de werkgever in feite gecompenseerd werd om het een en ander voor de werkgever kostenneutraal te houden.

Gebruikelijk

In dit voorbeeld wees de werkgever per werknemer in totaal niet meer dan € 2.400 als eindheffingsloon in de vrije ruimte. Om die reden ontstond er ook geen conflict met het zogenaamde gebruikelijkheidscriterium waaraan een aanwijzing in de vrije ruimte moet voldoen.

Let op! Wilt u ook een cafetariaregeling binnen uw onderneming waarbinnen uw werknemers op eigen initiatief brutoloon ruilen voor een nettovergoeding zonder dat dit voor u tot een kostenstijging leidt? Neem dan contact op met één van onze adviseurs. Samen kunnen we dan beoordelen welke mogelijkheden er zijn.

Sommige tandtechnici fabriceren gebitsbeschermers die gebruikt worden in de sport, zoals bij ijshockey. De Belastingdienst heeft zich onlangs gebogen over de vraag of een dergelijke gebitsbeschermer is vrijgesteld van btw.

Medisch

Medische vrijstelling?

De Belastingdienst is nagegaan of een gebitsbeschermer valt onder de categorie medische vrijstellingen en komt tot de conclusie dat dit niet het geval is. Het moet dan namelijk gaan om goederen en diensten die rechtstreeks verband houden met de gezondheidszorg, dan wel een therapeutisch doel hebben. 

Rechtstreeks therapeutisch gebruik?

Op grond van het bovenstaande uitgangspunt zijn alleen tandprotheses bedoeld voor rechtstreeks therapeutisch gebruik vrijgesteld voor de btw. De Belastingdienst komt tot de conclusie dat hiervan bij gebitsbeschermers geen sprake is. Die dienen namelijk alleen voor preventie. 

Preventie onvoldoende?

Preventie kan weliswaar onder omstandigheden als ‘therapeutisch gebruik’ worden aangemerkt, maar dan moet het gaan om het voorkomen, afwenden of tegengaan van een ziekte, letsel of gezondheidsprobleem, dan wel het opsporen van een ziekte. Omdat er bij een gebitsbeschermer geen concreet risico is dat de gezondheid wordt aangetast, is de Belastingdienst van mening dat de gebitsbeschermer niet is vrijgesteld voor de heffing van btw.