Geldboetes en dwangsommen zijn niet aftrekbaar van de winst. Dat geldt ook voor de hiermee samenhangende kosten. Omdat hierover in de praktijk onduidelijkheid bestaat, heeft de Belastingdienst de aftrekbeperkingen verduidelijkt.
Tijdstip van belang
Uit de verduidelijking blijkt dat het tijdstip van opleggen van de geldboete van belang is. De kosten die zijn gemaakt vóór het opleggen van een geldboete zijn namelijk wel aftrekbaar. Hetzelfde geldt voor kosten die zijn gemaakt vóórdat een dwangsom verbeurd is verklaard.
Eigen juridische dienst
Sommige werkgevers beschikken over een eigen juridische dienst. Als deze dienst zich ook bezighoudt met opgelegde geldboetes en verbeurd verklaarde dwangsommen, zijn ook deze kosten niet aftrekbaar.
Geen kleinigheden
De Belastingdienst maakt duidelijk dat het gaat om alle kosten die verband houden met de geldboetes en verbeurd verklaarde dwangsommen. Dit moet ruim worden uitgelegd en ziet dus ook op indirecte kosten, maar de fiscus gaat niet letten op kleinigheden. Ook moeten de kosten duidelijk traceerbaar zijn.
Splitsen
De uitleg maakt duidelijk dat kosten zo nodig zullen moeten worden gesplitst, als een eigen afdeling zich ook bezig houdt met zaken die niet samenhangen met opgelegde geldboetes of verbeurd verklaarde dwangsommen. Hiervoor bestaan geen vaste regels en moet naar inzicht van de inspecteur zo goed mogelijk gebeuren.
Algemeen Nut beogende Instellingen, ANBI’s, hebben onder voorwaarden recht op een aantal fiscale faciliteiten. Eén van de voorwaarden is de eis inzake het bestedingscriterium. Deze eis betekent dat een ANBI niet meer vermogen mag aanhouden dan nodig is voor het uitvoeren van haar activiteiten als ANBI.
Onlangs is verduidelijkt onder welke voorwaarden investeringen en uitgaven zijn toegestaan zonder de ANBI-status in gevaar te brengen.
ANBI’s
ANBI’s staan ook wel bekend als organisaties inzake ‘goede doelen’ en worden ondersteund met fiscale faciliteiten. Zo hoeft een ANBI onder voorwaarden geen schenk- of erfbelasting te betalen en zijn giften aan een ANBI in principe fiscaal aftrekbaar.
Voorwaarden
ANBI’s zijn wel gebonden aan een aantal voorwaarden, waaronder het bestedingscriterium. Omdat in de praktijk onduidelijk is welke bestedingen een ANBI mag doen, is hierover in een besluit duidelijkheid verschaft.
Wanneer besteding akkoord?
Een van de voorwaarden die in het Besluit zijn opgenomen, betreft het feit dat een investering het doel van de ANBI rechtstreeks bevordert of verwezenlijkt. Ook mag de uitgave geen zakelijke activiteit – primair bedoeld om voordeel te behalen – betreffen. Verder is bepaald dat als geïnvesteerd wordt via een organisatie, ook deze organisatie het bedrag moet gebruiken in lijn met het doel van de ANBI.
Betrokkenheid bestuurders
Ook is verduidelijkt dat bestuurders van de ANBI niet bij een investering in een andere organisatie betrokken mogen zijn. Daarnaast is bepaald dat de investering in de administratie en het beleidsplan als investering van algemeen nut moeten worden opgenomen.
Rol inspecteur
ANBI’s die niet of nog niet voldoen aan de gestelde voorwaarden dienen dit te melden bij hun inspecteur. Deze kan een termijn stellen waarbinnen alsnog aan de verplichtingen moet worden voldaan. Gebeurt dit niet, dan kan een ANBI de status als ANBI verliezen.
Algemeen Nut beogende Instellingen, ANBI’s, hebben onder voorwaarden recht op een aantal fiscale faciliteiten. Eén van de voorwaarden is de eis inzake het bestedingscriterium. Deze eis betekent dat een ANBI niet meer vermogen mag aanhouden dan nodig is voor het uitvoeren van haar activiteiten als ANBI.
Onlangs is verduidelijkt onder welke voorwaarden investeringen en uitgaven zijn toegestaan zonder de ANBI-status in gevaar te brengen.
ANBI’s
ANBI’s staan ook wel bekend als organisaties inzake ‘goede doelen’ en worden ondersteund met fiscale faciliteiten. Zo hoeft een ANBI onder voorwaarden geen schenk- of erfbelasting te betalen en zijn giften aan een ANBI in principe fiscaal aftrekbaar.
Voorwaarden
ANBI’s zijn wel gebonden aan een aantal voorwaarden, waaronder het bestedingscriterium. Omdat in de praktijk onduidelijk is welke bestedingen een ANBI mag doen, is hierover in een besluit duidelijkheid verschaft.
Wanneer besteding akkoord?
Een van de voorwaarden die in het Besluit zijn opgenomen, betreft het feit dat een investering het doel van de ANBI rechtstreeks bevordert of verwezenlijkt. Ook mag de uitgave geen zakelijke activiteit – primair bedoeld om voordeel te behalen – betreffen. Verder is bepaald dat als geïnvesteerd wordt via een organisatie, ook deze organisatie het bedrag moet gebruiken in lijn met het doel van de ANBI.
Betrokkenheid bestuurders
Ook is verduidelijkt dat bestuurders van de ANBI niet bij een investering in een andere organisatie betrokken mogen zijn. Daarnaast is bepaald dat de investering in de administratie en het beleidsplan als investering van algemeen nut moeten worden opgenomen.
Rol inspecteur
ANBI’s die niet of nog niet voldoen aan de gestelde voorwaarden dienen dit te melden bij hun inspecteur. Deze kan een termijn stellen waarbinnen alsnog aan de verplichtingen moet worden voldaan. Gebeurt dit niet, dan kan een ANBI de status als ANBI verliezen.
De Wet arbeid en zorg kent inmiddels een waaier aan verlofregelingen. Het kabinet wil deze verschillende regelingen terugbrengen naar drie soorten verlof: verlof voor zorg voor kinderen, verlof voor zorg voor naasten en verlof voor persoonlijke situaties.
Regels en voorwaarden gelijk
De regels en voorwaarden die gelden voor de drie verlofsoorten wil het kabinet zo veel mogelijk gelijktrekken. Dit maakt het voor zowel werknemers als werkgevers eenvoudiger om verlof op te nemen dan wel toe te kennen.
Zorg voor kinderen
Onder deze verlofvorm vallen de volgende regelingen:
zwangerschaps- en bevallingsverlof;
het (aanvullend) geboorteverlof;
het adoptie- en pleegzorgverlof; en
het (betaald) ouderschapsverlof.
Deze regelingen zouden moeten leiden tot een gelijkwaardige verdeling van zorgtaken tussen partners om zodoende de economische zelfstandigheid te bevorderen. Er zijn diverse scenario’s uitgewerkt.
Zorg voor naasten
Hier gaat het om het huidige kort- en langdurend zorgverlof die ingezet kunnen worden voor het bieden van ondersteuning aan familie, dan wel andere naasten. De verwachting is dat het beroep op deze zorg zal toenemen als gevolg van de vergrijzing en het langer doorwerken. Er wordt nu gekeken of beide regelingen worden geïntegreerd of dat ze worden uitgebreid.
Verlof voor persoonlijke situaties
Bij persoonlijke situaties valt te denken aan bijvoorbeeld het calamiteiten- en het kortverzuimverlof. Het betreft verlof dat van korte duur is om het hoofd te bieden aan onvoorziene of zeer bijzondere omstandigheden waardoor een werknemer niet kan werken. Te denken valt aan het overlijden van een naaste, calamiteiten thuis zoals een gesprongen waterleiding of gaslek of het begeleiden van een naaste bij artsenbezoeken.
Dergelijk verlof betreft maatwerk waarover werkgevers en werknemers afspraken maken als het moment zich voordoet. Aan deze vorm van verlof kunnen nieuwe regelingen worden toegevoegd zoals rouwverlof, transitieverlof of verlof wegens huiselijk geweld.
Een dga die te veel geld leent bij de eigen bv, betaalt hierover sinds 2023 belasting. Deze belasting staat ook wel bekend als de dga-taks. Ook geld dat een dga leent van een bank kan, onder omstandigheden, geraakt worden door deze dga-taks.
Drempel dga-taks
Een dga met schulden aan zijn bv(‘s) die op 31 december 2024 hoger zijn dan € 500.000 kan in 2024 met de fiscale gevolgen van de Wet excessief lenen bij eigen vennootschap (ook wel de dga-taks) te maken krijgen. Het gaat hierbij niet alleen om de schulden van de dga zelf, maar ook om de schulden van de fiscale partner van de dga. Om te beoordelen of de € 500.000 wordt overschreden, worden de schulden van de dga en de fiscale partner bij elkaar opgeteld.
Schulden en andere rechten
Voor de beoordeling of de drempel van € 500.000 wordt overschreden, tellen alle civielrechtelijke schuldverhoudingen en verplichtingen mee. Ook indirecte schulden tellen mee. Dat betekent dat als een dga alleen geld van een bank kan lenen als de bv borg gaat staan voor die lening of hypotheek verstrekt voor die lening, de lening van de bank ook meetelt voor de drempel van € 500.000.
Aflossing lening bv met lening van een bank
Een dga die in 2023 de dga-taks wilde voorkomen, liep hier ook tegenaan. De dga had in 2023 in totaal € 900.000 geleend van zijn bv. In 2023 bedroeg de drempel nog € 700.000 in plaats van de € 500.000 in 2024. De lening van de dga lag in 2023 daarom € 200.000 boven de drempel.
De dga had het voornemen om € 200.000 te lenen bij een bank en hiermee vóór 31 december 2023 af te lossen op de lening van € 900.000 van zijn bv. De bv wilde het bedrag van de aflossing gebruiken voor de aankoop van onroerend goed. De bank eiste dat de bv een recht van hypotheek verstrekte op het onroerend goed. Zonder die hypotheekverstrekking wilde de bank de € 200.000 niet lenen aan de dga.
Lening bank telt mee voor dga-taks
De Belastingdienst oordeelde dat in deze situatie de schulden aan de bv in het kader van de dga-taks nog steeds € 900.000 bedroegen. De lening van € 200.000 van de bank werd namelijk ook aangemerkt als een schuld van de dga aan de bv omdat de bv hypotheek moest verstrekken voor deze lening. Hoewel er dus € 200.000 werd afgelost op de lening van de dga aan zijn bv, werd de € 200.000 die de dga leende van de bank daar dus weer bij opgeteld.
Let op! Had de bank in het voorbeeld de lening ook verstrekt zonder dat de bv borg stond of hypotheek verstrekte? Dan had de lening van de bank aan de dga niet meegeteld voor de drempel van € 700.000 in 2023. In dat geval had de dga uit het voorbeeld wel de dga-taks in 2023 kunnen voorkomen.
Tip! Wilt u de dga-taks in 2024 voorkomen, houd dan rekening met het voorgaande. Houd er verder rekening mee dat de drempel in 2024 € 500.000 en niet zoals in 2023 € 700.000 bedraagt.