Het kabinet gaat zich sterk maken voor minder regeldruk voor het bedrijfsleven. Dit gebeurt onder meer door een aanscherping van de zogenaamde Bedrijfseffectentoets. De aanpassingen zijn met name gericht op kleine ondernemingen.

Hofvijver

Bedrijfseffectentoets

Met de Bedrijfseffectentoets (BET) kan worden nagegaan wat bedoelde en onbedoelde effecten van voorgenomen wet- of regelgeving zijn voor het bedrijfsleven. De BET is een verplichte kwaliteitseis.

Tip! Wilt u meer weten over de BET, kijk dan hier.

Aanscherping

De aanscherping, met name gericht op het kleine mkb, bevat onder meer het volgende.

  • Bij regelgeving gaat het ‘nee, tenzij’ principe gelden. Regelgeving kan dus alleen nog worden ingevoerd als hieraan niet te ontkomen is.
  • Verder gaat het uitgangspunt gelden dat nieuwe regelgeving in beginsel binnen de eigen mkb-onderneming kan worden uitgevoerd, dit geldt ook voor kleine ondernemingen. 
  • Ook moet uitdrukkelijk worden bezien of voor kleine ondernemingen met weinig personeel een uitzondering of lichtere vorm van regelgeving mogelijk is.

Ook grotere rol ATR

Nieuw is ook dat nieuwe regelgevingsvoorstellen voortaan voorafgaand aan advisering naar het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) worden gestuurd. Dit orgaan adviseert de overheid over het zoveel mogelijk voorkomen van onnodige regeldruk. Het ministerie van Economische Zaken gaat bovendien bevorderen dat de BET zo correct mogelijk wordt ingevuld. 

Let op! De aanscherping van de BET betekent ook dat de Nederlandse uitwerking van Europese regelgeving met zo min mogelijk lasten moet worden geïmplementeerd.

Minister Heinen van Financiën heeft de plannen bekendgemaakt om contant geld beschikbaar, bereikbaar en betaalbaar te houden. Het wetsvoorstel Chartaal betalingsverkeer is naar de Tweede Kamer gestuurd.

Euro

Toegankelijk

Uitgangspunt van het wetsvoorstel is dat contant geld toegankelijk moet blijven. Sommige mensen hebben namelijk moeite met het digitale betalingsverkeer, zoals ouderen. Sommigen willen liever sowieso contant betalen, bijvoorbeeld om grip te houden op het budget. Ook bij een storing van pinautomaten is de beschikbaarheid van contant geld van belang.

Voldoende geldautomaten

Om een en ander te realiseren bevat het wetsvoorstel onder meer voor grote banken de plicht om voldoende geldautomaten beschikbaar te stellen. Dit betekent dat de afstand tot een geldautomaat maximaal vijf kilometer mag bedragen. Hierover bestaan al vrijwillige afspraken, maar die blijken onvoldoende.

Gratis geld opnemen voor particulieren

De wet regelt ook dat geld opnemen voor particulieren gratis moet blijven. Voor ondernemers gaan maximum tarieven gelden voor het opnemen van geld. Ook moeten volgens het wetsvoorstel klanten van banken met minstens 500.000 klanten bankbiljetten kosteloos kunnen storten bij geldautomaten. De geldautomaten van Geldmaat worden hiervoor beschikbaar gesteld. 

Toezicht

De Nederlandse Bank gaat volgens deze wet toezicht houden op de naleving ervan.

Let op! De Tweede en Eerste Kamer moeten nog over dit wetsvoorstel stemmen.

Transportondernemers die zelf meerdaagse internationale ritten maken, kunnen onder voorwaarden een vast bedrag aan verblijfkosten van de winst aftrekken. Dit bedrag is voor 2025 ruim 4% hoger vastgesteld. De aftrek komt daarmee op € 50 per dag.

Bedrijfswagen

Voorwaarden

Wilt u gebruikmaken van de vaste aftrek? Dan gelden de volgende voorwaarden:

  • u geeft de winst aan in de aangifte inkomstenbelasting;
  • de rit duurt langer dan 24 uur;
  • de verste bestemming mag niet in Nederland liggen; er is geen maximum afstand;
  • de regeling geldt voor alle meerdaagse ritten in dat jaar;
  • het aantal gereden dagen moet u kunnen aantonen, bijvoorbeeld met facturen, tachograafschijven of rittenstaten; en
  • de vertrek- en terugkomdag tellen elk mee voor een halve dag.

Let op! U mag ieder jaar opnieuw beslissen of u de regeling voor gebruik van de vaste aftrek al dan niet gebruikt. Als u gebruikmaakt van de regeling en u voldoet aan alle voorwaarden , hoeft u de verblijfkosten niet aan te tonen.

Ritten korter dan 24 uur

De regeling geldt ook voor internationale ritten die starten op meer dan 50 kilometer van het woonadres van de ondernemer. Dit geldt ook als deze ritten korter duren dan 24 uur. In dat geval moet u wel voldoen aan de volgende voorwaarden:

  • Deze ritten vinden plaats op aaneengesloten dagen, eventueel met ritten waarbij men meer dagen aaneengesloten in het buitenland verblijft.
  • Het traject van elke rit bevindt zich in zijn geheel buiten een afstand van 50 km van het woonadres van de ondernemer.

Geen gebruikmaken van vaste aftrek? 

U hoeft de regeling voor de vaste aftrek niet toe te passen als de kosten hoger zijn. U kunt dan de werkelijk gemaakte kosten aftrekken, op voorwaarde dat u ze moet kunnen aantonen. U moet er dan wel rekening mee houden dat sommige kosten, zoals maaltijden, beperkt aftrekbaar zijn.

Tip! Houd een goede administratie bij en zorg dat u alle facturen en bonnen heeft.

Let op! De regeling voor de vaste aftrek geldt alleen voor ondernemers waarvan de winst in de inkomstenbelasting belast wordt. Eigen rijders met een bv kunnen hun verblijfkosten onbelast door de bv laten vergoeden volgens de regels die gelden voor werknemers.

Het wettelijk minimumuurloon per 1 juli 2025 is bekend. De stijging t.o.v. 1 januari 2025 bedraagt afgerond 2,42%.

Portemonnee

Wettelijk minimum(jeugd)lonen

Het wettelijk minimumuurloon stijgt van € 14,06 per 1 januari 2025 naar € 14,40 per 1 juli 2025.

Met de stijging van het wettelijk minimumuurloon stijgen ook de minimumjeugdlonen als volgt.

 Leeftijd  Staffeling  Minimumloon per uur
 21 jaar en ouder  100,0%  € 14,40
 20 jaar   80,0%  € 11,52
 19 jaar  60,0%  € 8,64
 18 jaar  50,0%  € 7,20
 17 jaar  39,5%  € 5,69
 16 jaar  34,5%  € 4,97
 15 jaar  30,0%  € 4,32

Beroepsbegeleidende leerweg (bbl)

Voor werknemers die werkzaam zijn op basis van een arbeidsovereenkomst die is aangegaan in verband met een bbl gelden per 1 juli 2025 de volgende minimumuurlonen:

Leeftijd Staffeling Minimumloon per uur
21 jaar en ouder 100,0% € 14,40
20 jaar 61,5% € 8,86
19 jaar 52,5% € 7,56
18 jaar 45,5% € 6,55
17 jaar 39,5% € 5,69
16 jaar 34,5% € 4,97
15 jaar 30,0% € 4,32

Reizigers van buiten de EU kunnen de btw op goederen die ze mee naar huis nemen onder voorwaarden terugkrijgen. Het proces waarmee dit kan worden bereikt, wordt vanaf 2026 verplicht gedigitaliseerd.

Internationaal

Wanneer btw-teruggave?

De teruggave van btw geldt voor natuurlijke personen met een woonplaats buiten de EU. Het betreft alleen goederen die zij, anders dan als ondernemer, in hun persoonlijke bagage meenemen naar een land buiten de EU. Daarbij moet de waarde van de op de factuur vermelde goederen minstens € 50 inclusief btw bedragen. De goederen moeten uiterlijk vóór het einde van de derde maand na de maand van aankoop buiten de EU worden gebracht.

Visum voortaan alleen digitaal

Om de btw terug te kunnen krijgen, moet bewezen worden dat de goederen de EU daadwerkelijk hebben verlaten. Daartoe is een factuur vereist, dan wel een kopie ervan of een gelijkwaardig document. Dit document moet bovendien vergezeld gaan van een visum, dat duidelijk maakt dat de goederen de EU daadwerkelijk hebben verlaten. Het visum kan nu ook nog fysiek worden afgegeven, maar vanaf 1 januari 2026 alleen nog digitaal.

Teruggave achteraf

Omdat de leverancier pas achteraf het bewijs geleverd krijgt dat de goederen de EU hebben verlaten, zal hij in eerste instantie gewoon btw in rekening brengen. Pas na ontvangst van het bewijs in de vorm van een visum, zal hij de btw terugbetalen aan de niet-EU inwoner.

Digitale omgeving

De leverancier van de goederen die bereid is mee te werken aan de teruggave van btw, zal daartoe de nodige gegevens omtrent de transactie in moeten voeren in een digitale omgeving die door de douane te raadplegen is. Onder meer het nummer van het legitimatiebewijs van de koper van de goederen dient te worden ingevoerd. De koper van de goederen kan de teruggave van de btw verzoeken via een hiertoe beschikbaar gestelde app.