De verwachting is dat de achterstanden bij de sociaal-medische beoordelingen voor een arbeidsongeschiktheidsuitkering (WIA) flink oplopen de komende jaren. Om die reden voert het demissionaire kabinet maatregelen in om deze achterstanden te beperken. Een aantal van die maatregelen hebben wij voor u op een rij gezet.

Medisch

Tijdelijke herinvoering snellere beoordeling 60-plussers

In de voorjaarsnota 2025 is al aangekondigd dat het UWV vanaf 1 september 2025 weer zal gaan starten met de vereenvoudigde beoordeling van werknemers die bij einde van de wachttijd 60 jaar of ouder zijn. Bij akkoord van zowel de werkgever als de werknemer, gaat deze groep over het algemeen niet meer langs de verzekeringsarts, maar alleen langs de arbeidsdeskundige. Daarna ontvangen ze veelal een WGA 80-100 uitkering tot aan de AOW-leeftijd. Deze wordt gefinancierd vanuit het Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof) en daardoor niet toegerekend aan werkgevers.

Let op! Het UWV is inmiddels begonnen met de voorbereiding van de herinvoering van de WIA-claimbeoordeling 60-plus per 1 september 2025. De bedoeling is dat de tijdelijke invoering 2 jaar loopt en dus eindigt per 31 augustus 2027.

Huidige kwijtscheldingsbeleid WIA wordt structureel

Het huidige kwijtscheldbeleid van WIA-voorschotten wordt structureel gemaakt. Hierdoor krijgen mensen, die in afwachting van hun WIA-beoordeling een voorschot krijgen, de zekerheid dat ze dit voorschot niet terug hoeven te betalen.

Let op! Als na de WIA-beoordeling blijkt dat er in de voorschotperiode recht bestond op een WGA- of WW-uitkering, kan het voorschot wel met deze uitkeringen worden verrekend.

Voortzetten maatregel praktisch beoordelen

De maatregel praktisch beoordelen is tijdelijk ingevoerd van 1 juli 2024 tot 1 juli 2027. Werkt iemand bij een WIA-aanvraag, dan wordt het arbeidsongeschiktheidspercentage bij praktisch beoordelen bepaald aan de hand van het inkomen dat met dat werk verdiend wordt. Het plan is om deze maatregel vanaf 1 juli 2027 voort te zetten.

Medisch advies bedrijfsarts leidend

Demissionair minister van SZW is ook van plan om het medisch advies van de bedrijfsarts over de belastbaarheid van de zieke werknemer leidend te maken bij de toets van het UWV op re-integratie inspanningen. Hierdoor zullen loonsanctie door een medisch verschil van inzicht tussen de bedrijfsarts en de verzekeringsarts zich niet meer voordoen.

Let op! De demissionaire minister streefde er naar om een wetsvoorstel met deze maatregel voor de zomer 2026 bij de Tweede Kamer in te dienen. Het is uiteraard nog niet bekend of dit voornemen door het nieuwe kabinet straks wordt overgenomen.

Voor panden die geen woning zijn, kan behalve een aanslag onroerendezaakbelasting (ozb) voor de eigenaar ook een aanslag ozb aan de gebruiker worden opgelegd. Daarbij is het de vraag of deze aanslag gebruikersheffing ozb ook kan worden opgelegd wanneer een pand leeg staat. Het pand wordt dan immers niet gebruikt.

Bedrijfspand

Notariskantoor staat leeg

Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch boog zich over deze vraag in een zaak waarbij het ging om een leegstaand kantoor dat al enkele jaren te koop stond. De eigenaar vocht de aanslagen voor de gebruikersheffing ozb, rioolheffing en zuiveringsheffing bedrijven aan, omdat er naar zijn mening geen sprake was van gebruik van het pand. De rechtbank had de aanslagen vernietigd, waarna de inspecteur in hoger beroep was gegaan.

Wat is ‘gebruik’?

Het Hof leidde uit de wetsgeschiedenis af dat er geen sprake is van gebruik als panden daadwerkelijk leeg staan, dus ook geen meubilair bevatten. Volgens rechtspraak uit het verleden wordt het bewust leeg laten staan van een pand weer wel gezien als gebruik. Dit is echter weer anders als een leegstaand pand is aangehouden of is aangeschaft voor handels- en/of beleggingsdoeleinden. Dan is er weer geen sprake van gebruik.

Onvrijwillige leegstand

In het betreffende geval was sprake van onvrijwillige leegstand. Ook werden er geen werkzaamheden verricht om het pand weer in gebruik te kunnen nemen. Het pand werd dan ook niet aangehouden ter bevrediging van de eigen behoefte van de eigenaar en duurzaam gebruik door hem viel niet meer te verwachten. Het Hof kwam op basis hiervan tot de conclusie dat de aanslag gebruikersheffing ozb onterecht was opgelegd.

Geen rioolrecht, wel zuiveringsheffing

Ook de aanslag rioolrecht verdween in de prullenmand, omdat volgens het Hof ook voor deze heffing niet kon worden gesproken van ‘gebruik’. 

Dat was anders voor de aanslag zuiveringsheffing. Deze bleef gehandhaafd, omdat hiervoor de beschikkingsmacht over het pand voldoende is en niet vereist is dat de ruimte ook daadwerkelijk wordt gebruikt.

De Kamer van Koophandel, KVK, past begin september 2025 de SBI-codes in het Handelsregister aan. Daarom is het advies uw inschrijving bij de KVK te controleren.

Typen

SBI-codes

Uw onderneming heeft in het Handelsregister één of meer SBI-codes. Deze codes geven aan wat de activiteiten van uw onderneming zijn. Elke bedrijfsactiviteit kent een aparte SBI-code.

Nut SBI-codes

De SBI-codes worden door verschillende instanties gebruikt. Daarom is het belangrijk dat in het Handelsregister de juiste SBI-codes zijn vermeld. Daarmee voorkomt u dat bijvoorbeeld een vergunning ten onrechte wordt geweigerd of een bank geen lening aan u wil verstrekken.

Let op! De KVK heeft op de website nog meer uitleg gegeven waarom het belangrijk is dat de juiste SBI-codes zijn opgenomen in het Handelsregister.

Aanpassing SBI-codes

Van 5 tot en met 7 september 2025 vervangt de KVK waar nodig in het Handelsregister de huidige SBI-codes door een of meerdere nieuwe codes. Het is belangrijk om daarna te controleren of in het Handelsregister de juiste SBI-codes bij uw onderneming zijn opgenomen.

Let op! De nieuwe SBI-codes kunt u hier opzoeken. Ook de huidige SBI-codes die dateren uit 2008 kunt u daar nog terugvinden.

Wat verandert er?

Codes die nu uit vier cijfers bestaan, worden omgebouwd tot vijf cijfers door toevoeging van een extra nul. Sommige codes veranderen helemaal. Verder zijn er geen aparte codes meer voor online verkoop of verkoop via een fysieke winkel. Er zijn ook nieuwe codes, bijvoorbeeld een code voor ‘bemiddeling en tussenpersonen’. Onder deze code vallen marktplaatsen en vergelijkingssites.

Let op! Kijk voor meer wijzigingen hier.

Als u uw motorrijtuigenbelasting, voorlopige aanslag inkomstenbelasting of voorlopige aanslag Zorgverzekeringswet betaalt via een automatische incasso, kunt u voortaan uw bankrekeningnummer online inzien en wijzigen.

Sparen

Overzicht betalen en ontvangen

De wijzigingsmogelijkheid is opgenomen in het overzicht ‘betalen en ontvangen’, dat een onderdeel is van uw persoonlijke site op Mijn Belastingdienst. In dit overzicht kunt u zien welke bedragen u voor een aantal belastingen en toeslagen nog aan de Belastingdienst moet betalen en welke u nog ontvangt.

Efficiency

De nieuwe mogelijkheid is een stuk efficiënter. Tot nu toe moest voor een wijziging van het rekeningnummer een machtigingsformulier worden aangevraagd, dat na invulling van de benodigde gegevens moest worden opgestuurd. Nu is nog slechts uw DigiD en uw bankapp nodig.

Wijziging per direct

Een wijziging van het bankrekeningnummer treedt per direct in werking. Het is nog niet mogelijk een latere ingangsdatum in te voeren. Het kan echter voorkomen dat een afschrijving nog van het oude bankrekeningnummer plaatsvindt als een wijziging vlak vóór het moment van afschrijving is doorgegeven. In dat geval zal vanaf de volgende afschrijving het nieuwe bankrekeningnummer worden gebruikt. 

Let op! Het inzien en wijzigen van een bankrekeningnummer kan ook worden gedaan door een gemachtigde.

Bevestiging

U krijgt direct te zien of een wijziging gelukt is, of dat de Belastingdienst dit nog aan het verwerken is. In dat geval kunt u op een later moment de wijziging nog eens controleren. U ontvangt ook altijd een schriftelijke bevestiging. 

Tip! Online wijzigen is niet verplicht, dus u kunt desgewenst wijzigingen ook schriftelijk door blijven geven.

Hoewel het kabinet demissionair is, zullen op Prinsjesdag 2025 gewoon nieuwe wetswijzigingen worden voorgesteld. Er zijn op dit moment geen maatregelen controversieel verklaard, wat betekent dat het demissionaire kabinet alle eerder aangekondigde plannen bij de Tweede en Eerste Kamer kan voorleggen. Wat kunt u verwachten? Een korte opsomming van een aantal van deze voorstellen.

Prinsjesdag

1. 52% belasting over de auto van de zaak met CO2-uitstoot?

Het plan is om op Prinsjesdag 2025 een 52% pseudo-eindheffing voor een auto met CO2-uitstoot in de loonbelasting in een wetsvoorstel op te nemen. Als dit plan doorgaat, is een werkgever vanaf 2027, als hij aan een werknemer een auto van de zaak ter beschikking stelt, 52% belasting verschuldigd over de bijtelling van de auto van de zaak. De pseudo-eindheffing geldt niet als de auto geen CO2 uitstoot of als de auto niet voor privégebruik ter beschikking wordt gesteld.

2. Wijzigingen minimumloon

De verwachting is dat op Prinsjesdag 2025 een aantal wijzigingen met betrekking tot het minimumloon wordt voorgesteld. In de Voorjaarsnota 2025 was namelijk al afgesproken om het minimumjeugdloon per 1 januari 2027 voor een 20-jarige te verhogen van 80 naar 87,5%, voor een 19-jarige van 60 naar 75%, voor een 18-jarige van 50 naar 62,5%, voor een 17-jarige van 39,5 naar 50% en voor een 16-jarige van 34,5 naar 40% van het wettelijk minimumloon voor werknemers van 21 jaar en ouder.

Begin juli 2025 kondigde de demissionaire minister van OCW aan om vanaf 2027 ook de zogenaamde bbl-loonstaffel af te schaffen. Studenten die een beroepsbegeleidende leerweg op het mbo volgen, krijgen dan vanaf 2027 ook recht op het volledige minimumjeugdloon dat hoort bij hun leeftijd.

Verder heeft het kabinet voorgesteld om het percentage dat werkgevers voor huisvestingskosten mogen inhouden op het minimumloon vanaf 2026 jaarlijks te verlagen met 5%.

3. Hoger forfait overige bezittingen en lager heffingsvrij vermogen in box 3

Al meerdere keren aangekondigd en op Prinsjesdag 2025 dus verwacht, is de verhoging in 2026 en 2027 van het forfaitair rendement voor overige bezittingen in box 3 naar 7,78%. Ook aangekondigd is de verlaging van het heffingsvrije vermogen van € 57.684 (in 2025) naar € 51.396 in 2026 en 2027.

4. Andere wijzigingen inkomstenbelasting

Ook in de inkomstenbelasting wordt een aantal wijzigingen met Prinsjesdag 2025 verwacht. Zo is de verlaging van de stakingsaftrek van € 3.630 naar € 908 aangekondigd en de volledige afschaffing hiervan per 2030. Ook wil men per 2027 de meewerkaftrek verminderen met 75% en per 2030 volledig afschaffen. Daarnaast is aangekondigd dat de belastingschijven en heffingskortingen minder gecorrigeerd worden voor de inflatie (de inflatiecorrectie wordt maar voor 46,2% in plaats van 51% toegepast).

5. Ongelijke verdeling goederengemeenschap en verrekenbeding fiscaal aangepakt

In het Belastingplan 2026 zal een wetswijziging worden opgenomen die ervoor zorgt dat schenk- of erfbelasting wordt geheven bij elke ontbinding van een huwelijksgoederengemeenschap of bij elk toegepast verrekenbeding, waarbij aan een partner meer toekomt dan de helft van de gemeenschap of de te verrekenen som. Aanleiding is een arrest van de Hoge Raad, waarbij de uitkomst was dat een ongelijke verdeling van 90%-10% niet in strijd was met de wet. Het inmiddels demissionaire kabinet vindt dit ongewenst. Hoewel de constructie die het kabinet wil bestrijden gaat om wijzigingen van goederengemeenschappen en verrekenbedingen in het zicht van overlijden, pakt het kabinet met deze wetswijziging alle ongelijke verdelingen aan. Dit geldt dus ook voor verdelingen die niet gemaakt zijn in het zicht van overlijden.

Let op! Alleen ongelijke verdelingen die in de goederengemeenschap of een verrekenbeding zijn overeengekomen vóór 18 april 2025 worden niet door de wetswijziging getroffen.

6. Versoepeling pseudo-eindheffing RVU verlengd tot en met 2028

In de Voorjaarsnota 2025 was een versoepeling pseudo-eindheffing RVU opgenomen. Het voorstel hiertoe wordt op Prinsjesdag 2025 verwacht. De versoepeling houdt in dat tot een bedrag van de drempelvrijstelling (in 2025 € 2.273 per maand) geen 52% pseudo-eindheffing verschuldigd is. Het plan is om deze versoepeling met drie jaar te verlengen tot en met 2028. Voorwaarde is dat de RVU’s beheerst en gerichter worden ingezet voor werknemers die door de zwaarte van hun werk niet gezond kunnen doorwerken tot de AOW-leeftijd. Daarnaast is budget opgenomen om de drempelvrijstelling met € 300 per maand te verhogen.

Let op! Ter dekking van de verlenging en de verhoging neemt de pseudo-eindheffing vanaf 2026 in stappen toe tot 65% in 2028.

7. Geen btw-verhoging cultuur, sport en media

Eind vorig jaar werd de btw-verhoging van 9 naar 21% op cultuur, sport en media aangenomen. Deze btw-verhoging zou ingaan per 1 januari 2026. Aangekondigd is dat op Prinsjesdag 2025 een wetswijziging aan de Tweede Kamer wordt aangeboden waarin deze btw-verhoging weer wordt teruggedraaid. Het btw-tarief blijft dan vanaf 1 januari 2026 9%.

Let op! De btw-verhoging op het kort verblijf in het kader van hotel-, pension- en vakantiebestedingsbedrijf gaat wel door. Vanaf 1 januari 2026 geldt hier een btw-tarief van 21% in plaats van 9%.

Let op! De hiervoor beschreven voorstellen zijn een selectie van verwachte wetswijzigingen. Deze zijn bovendien nog (lang) niet definitief. Zo moeten ze op Prinsjesdag 2025 eerst nog aan de Tweede Kamer worden aangeboden. Daarna moeten de voorstellen ook nog door zowel de Tweede als de Eerste Kamer worden goedgekeurd.